Cornelis Goossens

Uit OpenWiki
Versie door NL>R.w.goossens@gmail.com op 22 mei 2022 om 18:52 (→‎Geboren)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Jeugd

Geboren

Uitsnede uit kaart met hierop noorden van Graafschap Loon 1754
Noordelijk deel van Graafschap Loon 1754.jpeg

Cornelis Goossens is de stichter van de Hamontse-tak, maar is hier niet geboren. Dit weten we, omdat de goed verzorgde registers van Hamont teruggaan tot het jaar 1640. In de doopregister van Hamont komt geen aantekening van de geboorte en doop van Cornelis Goossens voor. Waarschijnlijk is hij tussen 1690 en 1710 in Sint-Huibrechts-Lille, een dorpje zo’n vijf kilometer onder Hamont, geboren. Dit is echter niet met zekerheid te zeggen, omdat we geen doopboeken van voor het jaar 1738 hebben. Hierdoor is het niet gelukt om de voorouders van Cornelis te vinden. Maar we hebben wel de broers en zusters van Cornelis kunnen vinden gedurende de periode dat ze in Sint-Huibrechts-Lille woonden. We weten echter niet of ze hier ook zijn geboren en of ze hier altijd hebben gewoond. Verder lijkt het erop, dat de familie Goossens niet uit Sint-Huibrechts-Lille komt, maar zich tussen 1652 en 1728 hier heeft gevestigd. Dit, omdat in deze periode de naam Goossens niet voorkwam in de overlijdensakten.

Lille

De naam Lille gaat terug op de grondvorm "Lindelo" wat betekent "Lindenbos". In 1651 was de kerk van Lille verwoest door de troepen van Karel IV van Lotharingen. Hierbij kwamen 30 inwoners om en gingen ook de parochie-archieven verloren. De toren ondervond weinig schade, schip en koor des te meer. In 1656 werd het gebouw hersteld. In 1661 bestond er sinds kort een Broederschap van de Heilige Hubertus, en kreeg Lille het voorvoegsel Sint-Huibrechts- en werd het een bedevaartsplaats. Pas in 1687 was de kerk volledig hersteld. De oude gemeente Sint-Huibrechts-Lille behoorde samen met de gemeente Achel en Hamont tot aan de Franse revolutie tot de heerlijkheid Grevenbroek.

Verdrag van Utrecht

Hoewel Cornelis er niet veel van gemerkt zal hebben, maakte in 1713 stelde het Verdrag van Utrecht een einde aan de Spaanse Successie-Oorlog. Filips V van Anjou behield de Spaanse troon, maar moest de Nederlanden afstaan aan Keizer Karel VI van Oostenrijk. Zo begon voor de Zuidelijke Nederlanden de Oostenrijkse periode. Prinsdom Luik maakte geen onderdeel uit van de Oostenrijkse Nederlanden.

Onderwijs

Vanaf 1750 ging het onderwijs een eeuw lang achteruit. Er is sprake van een voortschrijdende verarming in de Zuidelijke Nederlanden. Zowel in de steden als op het platteland werden de kinderen om financiële redenen vroeger in het arbeidsproces ingeschakeld. Een rechtstreeks gevolg hiervan was dat niet eens de helft van de vijf tot veertienjarige regelmatig naar school ging. Alleen tijdens de wintermaanden waren er weinig kinderen afwezig. Het leren was daarenboven slecht georganiseerd. Lezen en schrijven werden namelijk afzonderlijk aangeleerd. Eerst kwam lezen daarna schrijven. De stof beperkte zich tot enkele basisprincipes en enige godsdienstige gedragsregels. Hoe zag het klaslokaal er uit in die tijd? We kunnen daar een beeld van krijgen als schilderijen van 17e eeuwse bekijken. De schoolhuizen waren berucht en werden zelfs vergeleken met varkens- of schapenhokken. Ze waren te donker, te klein en het tochtte er. Het was een ruimte waar de oudere leerlingen achter willekeurig over de ruimte verspreide tafels zaten waarop zij hun schrijfwerk konden doen. De jongere leerlingen zaten op bankjes en beperkten zich tot het lezen, terwijl de allerjongsten op de vloer zaten en niets leken te doen. Van enige ordening is op het oog geen sprake. Het onderwijs is individueel of hoofdelijk. Oudere en jongere leerlingen, jongens en meisjes bevinden zich in dezelfde, vaak donkere ruimte met een lemen of natuurstenen vloer. De leerlingen worden om de beurt bij de schoolmeester geroepen om hun lessen op te zeggen of hun schrijfwerk te tonen. Dat betekende dat een leerling slechts enkele minuten per dag terugkoppeling kreeg op zijn gedane arbeid. Van een gelijktijdige instructie aan alle leerlingen was geen sprake. Een schoolbord of telraam was niet te vinden op school. De leerlingen hadden een houten schooltas, waarin ze hun boeken en schrijfgerei bewaarden. Op school moest die schooltas aan de muur worden gehangen. Het was ook mogelijk om de houten schooltas als tafeltje te gebruiken om te schrijven.

Goddienst

Op het platteland was de macht van de Rooms Katholieke geestelijkheid groot. Ook met betrekking tot de seksuele beleving binnen het huwelijk wist de Kerk haar gezag uit te oefenen. Regelmatig werden de parochianen in de missen, bij huisbezoeken of in de biechtstoel op hun plichten in verband met voortplanting gewezen. Hiervan heeft zelf mijn eigen moeder nog het staartje mogen plukken.

Ontspanning

Het platteland bezat weinig mogelijkheden tot het beoefenen van volkscultuur. De contacten met de steden waren voor die periode zo schaars en oppervlakkig, dat de doorstroming van nieuwe ideeën beperkt bleef. Daarbij kwam nog dat de adel en de geestelijkheid alles in het werk stelden om de afzondering van het platteland te bestendigen. Allerlei vormen van volkscultuur werden nauwlettend gecontroleerd en eventueel verboden. Toneelopvoeringen werden aldus lange tijd geweerd. Voldoende bekend zijn verder de verbodsbepalingen op gemengde ontspanning, publieke samenkomsten en herberg bezoek. De eventuele ontspanningsmogelijkheden werden trouwens nog meer beperkt door de gevoelige vermindering van het aantal feestdagen in 1786. De ontspanningsmogelijkheden van de kleine man, die door materiële en geestelijke armoede al zo beperkt waren, verdwenen daardoor bijna helemaal. Alleen de religieuze feesten, processies en bedevaarten bleven in de tweede helft van de 18de eeuw nog over.

Economie

Voor boeren en de huisnijverheid was de periode van 1750 – 1850 een tijd van verarming. De levensstandaard daalde. Dat zien we aan een dalend gebruik van tarwebrood, vlees, kaas, bier, brandewijn en jenever. Het enige levensmiddel dat wel aan belang won, was de aardappel. Een nieuw product dat tot voor kort nog gezien werd als varkensvoer. Minder belangrijk is de verspreiding van nieuwe dranksoorten zoals koffie, thee en cacao. Het verbruik hiervan was zéér gering. Al die producten waren in de eerste helft van de 18de eeuw in gebruik gekomen toen er nog sprake was van enige welvaart. Een nieuwigheid aan het Ancien regime was het gebruik van suiker en stroop. Stroop was een uitstekend zoetmiddel bij de karnemelkpap die bij het volk dagelijks op tafel kwam. Het drankverbruik was hoog. Verder ook het gebruik van zout voor het conserveren van voedsel. Omwille van zijn ligging had de stad reeds in 1713 een grensuitwisselingskantoor van het postwezen.

Teuten

Sint-Huibrechts-Lille was een Teutendorp. Gedurende meer dan drie eeuwen trokken ambachts- en handelslui vanuit de Kempen, georganiseerd in kleine 'compagnieën', in het voorjaar door West-Europa om er textielwaren of koperwerk, huiden of zaden te verhandelen en om er te werken als ketellappers of dierenmeesters. Zij verbleven in hun handelsgebied van maart tot december en keerden in de winter naar hun woonplaats terug. Sommige Teuten deden goede zaken en bouwden dan mooie huizen in hun dorp.

Familie

Getrouwd

Als we rekening houden met de datum van zijn huwelijk en zijn overlijden moet Cornelis tussen 1690 en 1710 zijn geboren. Als we er verder van uitgaan dat hij iets ouder was dan zijn in 1705 geboren eerste echtgenote, dan zal dit eerder tussen 1700 en 1705 liggen en daarom houd ik in deze biografie circa 1700 aan. Van zijn huwelijk hebben we wel een akte in het kerkelijk DTB-boek van Hamont:

20 Julii (1728) parochiis tres proclanabat, astitit D. Graus mastrimoniis Cornelii Goossens et Cathtrinae Struijck; testibus Gerardo Simons et Petro Joosten.

Vertaald: Op de 20ste juli (1728) voltrok, nadat in de parochie de drie afkondigingen hadden plaatsgevonden, de eerwaarde Graus het huwelijk tussen het Cornelis Goossens en Cathrina Struijck; Getuigen bij het huwelijk waren Gerardus Simons en Petrus Joosten.

Catharina is geboren op 18 december 1705 als dochter van Theodorus Strouckx en zijn huisvrouw Anna. Catharina was dus bij haar huwelijk 22 jaar oud. Uit het huwelijk, althans ons bekend, negen kinderen voort, allen geboren te Hamont:

  • i. Arnoldus (1730-)
  • ii. Matheus (1733-)
  • iii. Henricus (1734-)
  • iv. Gerardus (1736-)
  • v. Helena (1737-)
  • vi. Anna Maria (1738-)
  • vii. Theodorus (1742-)
  • viii. Joannes (1745-1747)
  • ix. Joannes (1747-)

Catharina Goossens-Strouckx overleed op 16 maart of april 1760 te Hamont op 54 of 55-jarige leeftijd, ouder dan in die tijd veel getrouwde vrouwen waren. Kinderen krijgen was voor vrouwen niet zonder gevaar. Als ze al niet zelf in het "kraambed" bleven, raakten ze "uitgekinderd", een 'dialectisch' woord voor het krijgen van te veel kinderen op een korte tijd, waardoor het lichaam uitgeput raakt en verzwakt, en daar kon je dus van (zelfs op jonge leeftijd) sterven. Catharina’s vader, Theodorus Strouckx, overleefde haar ruim zes jaar en overleed op 5 december te Hamont.

Cornelis trouwde toen hij dus al behoorlijk op leeftijd was, op 20 juni 1760, met zijn tweede echtgenote Anna Catharine Stevens (20). Anna was op 7 april 1740 geboren in Grote-Brogel en dochter van Mathias (Mathijs) Stevens and Ida Bormans. Anna was dus jonger dan een aantal kinderen van Cornelis en het jongste kind van Cornelis was Joannes en inmiddels dertien jaar oud.

In de huwelijksinschrijving in het kerkelijk DTB-boek van Hamont is vermeld:

20 maji (1760) praeviis tribus proclamationibus juncti sunt Cornelis GosSens et Catharina Stevens ex Majori Brogel, testibus Johanne Stevens et Joanna Lamers.

Vertaald:

De 20ste mei 1760 zijn, nadat de voorafgaande drie afkondigingen hebben plaats gevonden, gehuwd Cornelis Goossens en Catharina Stevens uit Groot Brogel. Getuigen hierbij waren Johannes Stevens en Johanna Lamers.

Johannes Stevens was waarschijnlijk een familielid van de bruid. Bij de getuigen waren geen kinderen of anderen familieleden van Cornelis Goossens. Catharina Stevens woonde waarschijnlijk al een hele tijd in Hamont, want anders had de huwelijksplechtigheid wel in Groot Brogel plaatsgevonden. Er zijn geen kinderen bekend uit dit huwelijk, dat uiteindelijk nog ruimschoots negentien jaar duurde.

Bokkenrijders

Zowel in Overmaas als in Loon waren in de tweede helft van de achttiende eeuw gewapende bendes actief die bekend werden onder de naam Bokkenrijders. In Overmaas lag de activiteit tussen 1743 en 1776, waarbij 348 personen veroordeeld werden. In Loon lag het Bokkenrijderstijdperk tussen 1774 en 1794 en werden 120 personen veroordeeld. Meer dan 90% van de veroordeelden kreeg de doodstraf. De meeste bekentenissen werden verkregen door marteling, of de angst daarvoor.

Epidemieën en oorlogsgeweld

Ook in de tijd van Cornelis had de regio te maken met talrijke epidemieën en oorlogsgeweld. Zo brak er in Lille in 1702 en 1776 buikloop en in Hamont in 1732 mond- en klauwzeer uit, naast andere besmettingen als de pest en tyfus die regelmatig voorkwamen. In 1756 verwoestte een brand ongeveer de helft van Hamont, waaronder de Budelpoort en de toenmalige pastorie, terwijl geheel de 18de eeuw, onder meer in 1720 en 1748, herhaalde innamen en inkwartieringen door vreemde troepen heel wat schade toebrachten. De woonhuizen waren veelal opgetrokken in vakwerk en voorzien van strodaken, zodat ze een gemakkelijke prooi waren voor de vlammen. Na de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) werden in Hamont houten huizen vervangen door stenen bouwsels. Zowel in Overmaas als in Loon waren in de tweede helft van de achttiende eeuw gewapende bendes actief die bekend werden onder de naam Bokkenrijders. In Overmaas lag de activiteit tussen 1743 en 1776, waarbij 348 personen veroordeeld werden. In Loon lag het Bokkenrijderstijdperk tussen 1774 en 1794 en werden 120 personen veroordeeld. Meer dan 90% van de veroordeelden kreeg de doodstraf. De meeste bekentenissen werden verkregen door marteling, of de angst daarvoor.

Gestorven

Cornelis overleed op 1 oktober 1779 in Hamont. Hij was waarschijnlijk tussen de 74 en meer waarschijnlijk 79 jaar oud. Zijn overlijdensakte luidt:

(1779) 8ber obiit Cornelis Ghoossens, extremis sacramentis vitae munitus.

Vertaald:

De eerste oktober (1779) overleed Cornelis Goossens, voorzien van de laatste sacramenten der levenden.

Enige maanden na het overlijden van Cornelis, op 22 april 1780, hertrouwde Catharina met de weduwnaar Antoon Beckers (1742-1817), geboren in Groot Brogel en wonende in Budel. Nadat ook haar tweede man ergens tussen 1780 en 1789 in Budel overlijd, keert Catharina terug naar Hamont, waar ze op 22/23 oktober 1789 overlijd. 22/23 kan “op 22” of “op 23” of “in de nacht van 22 op 23” oktober 1789 betekenen. In de overlijdensakte wordt ze alleen als weduwe van haar eerste man Cornelus Goossens gesproken en niet ook de weduwe van haar tweede man Antoon Beckers.



Deel 1b: Familie Goossens