Maria van de Loo
1803: Geboorte[bewerken]
Op maandag 24 oktober 1803 werd mijn51 stammoeder52 Maria van de Loo te Kessel in Departement de la Roër geboren. Zij was een dochter van Johann Heinrich van de Loo (1759-1854) en Maria Elisabeth Janssen (1767-1849) 59. Maria was in de 18e en 19e eeuw de meest voorkomende voornaam voor een meisje1.
Levensverwachting[bewerken]
De levensverwachting bij Maria's geboorte was nog laag. Dit, omdat veel kinderen stierven aan kinderziekten, in het kraambed, of als vondeling. Ongeveer een kwart van de baby’s stierf voor het eerste levensjaar. Zelfs vele jaren later, in 1878, zouden er in Gennep 45 kinderen sterven aan een besmettelijke keelziekte en moesten de scholen hun deuren sluiten. Dit betekent niet dat je destijds niet oud kon worden, want voor 20-jarigen was de levensverwachting al vijfenzestig.
Ouderlijk gezin[bewerken]
- Willem van de Loo, geboren op 6 april 1798 in Kessel en overleden op 29 februari 1812 in Kessel (leeftijd 13 jaar)
- Esther van de Loo, geboren op 19 november 1799 in Kessel en overleden op 13 oktober 1836 in Pfalzdorf (leeftijd 36 jaar)
- Johann van de Loo, geboren 31 oktober 1801 in Kessel en overleden op 19 jul 1849 in Kessel (leeftijd 48 jaar)
- Maria van de Loo, geboren op 24 oktober 1803 in Kessel en overleden op 12 maart 1873 in Gennep (leeftijd 70 jaar)
- Gerard van de Loo, geboren 28 april 1806 in Kessel en overleden op 15 februari 1809 in Kessel (leeftijd 2 jaar)
Tijdens de Franse bezetting was de kindersterfte nog hoger dan al gebruikelijk.
Historische context[bewerken]
Kessel[bewerken]
Haar geboortedorp Kessel lag aan het riviertje Niers en had zo’n duizend inwoners. Tijdens de Franse bezetting was Kessel een mairie, waaraan volgens een bron in 1800 Ottersum was toegevoegd2 en volgens een andere bron Kessel met Nergena, Grunewald, Ottersum en Grafwegen een administratief district vormden met de zetel in Ottersum49.
Zie kaart hieronder, met bovenin in het midden Kessel. In het noordwesten ligt het Reichswald en de westelijke grens is met Ottersum, dat tegenwoordig in gemeente Gennep in Nederland ligt. Echter, bij haar geboorte lag de grens enkele kilometers verderop. Toen was de Maas de grens met de toenmalige Bataafse Republiek. Een zusterrepubliek van Frankrijk en vanaf 1801 het Bataafs Gemenebest geheten.
Kleeflands[bewerken]
In haar regio werd destijds (en nu nog met name door enkele ouderen) het Kleverlands gesproken, dat net als Brabants een Noord-Nederfrankisch dialect is. Alle Nederfrankisch dialecten stammen af van Oudnederfrankisch dat tussen ongeveer de vijfde tot en met de elfde eeuw in een deel van Austrasië werd gesproken3. In Gennep en Goch spraken ze hetzelfde dialect4.
Pruisen[bewerken]
Zonder dat dit veel impact had in het dagelijks leven, was het hertogdom in 1715 onder de soevereiniteit van de koning van Pruisen gekomen. De Pruisen voerden een tolerante religieuze politiek en stonden ook toe dat in Kleef het ‘Nederlands’ de officiële taal van bestuur, onderwijs en kerk bleef.
Historische context (Franse tijd)[bewerken]
Marie is echter niet onder Pruisisch bewind geboren, maar in een land dat door Frankrijk was ingelijfd. In 1794 was de gehele linkeroever van de Rijn door Franse revolutionaire troepen bezet en een jaar later ook alle vorstendommen aan de rechteroever van de Rijn, zoals Geldern, Moers en Kleef (Kleve). Koninkrijk Pruisen erkende deze annexatie met de Vrede van Bazel. Het gebied ging op in de Cisrheniaanse republiek en de vazalstaat werd vervolgens in 1798 ingelijfd als Departement de la Roër la Première République5. En vanaf 1804 was het een departement van het Franse Keizerrijk onder Napoleon Bonaparte.
Bestuur[bewerken]
Anders dan met de Pruisen, was er met de Fransen veel veranderd en kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk. Onmiddellijk werd er in de nieuwe wingewesten een op Franse administratie ingestelde bestuursvorm ingericht. Binnen het Roerdepartement werd onder andere Kleef als arrondissement de eerstvolgende lagere bestuursvorm, met hieronder de kantons Kranenburg en Goch. Tot Kranenburg behoorden de gemeenten (Commune) Mook, Ottersum en Gennep. Er kwam een grondwet en de burgerlijke stand werd ingevoerd; het hoofd van de gemeente werd een burgemeester. In het department werd de Franse taal de officiele taal; ook bij de burgerlijke stand.
Dienstplicht[bewerken]
De dienstplicht werd door middel van loting ingevoerd. Alle mannen tussen 17 en 45 jaar kregen een nummer. Als hun nummer uitgeloot werd, moesten zij dienst nemen in het Franse leger.
Routes impériales[bewerken]
Verder werden er grote doorgaande wegen, de routes impériales of Napoleonswegen, aangelegd. Door het wegvallen van de tolgrenzen leefde het handelsverkeer op en werden landbouw en industrie bevorderd.
Basisonderwijs[bewerken]
In Gennep had je voor de Franse tijd een lagere school voor jongens waarvan de ouders het onderwijs konden en wilden betalen. Meisjes gingen niet naar school, zij leerde het huishouden van hun moeder.
In het buurland had de Staten Generaal in 1655 een schoolreglement ingesteld, dat voor het “generaliteitsgebied” (Noord-Brabant, Zeeuws Vlaanderen en Noord-Limburg) bepaalde dat de onderwijzers gereformeerd moesten zijn, en bekwaam in duijts (Diets = Nederlands), françoijs, cijferen, rekenen en schrijven, en de psalmen Davids moesten kunnen zingen.
Pas in de Franse tijd kwam er enige regulering van het onderwijs zelf, o.a. een indeling in klassen. Ook werd in de Franse tijd in het kader van egalité het onderwijs gratis, zodat het lager onderwijs ook voor de minder welgestelden toegankelijk werd. Kennis, discipline en zelfontplooiing werden gezien als een remedie tegen de heersende armoede, onnozelheid en criminaliteit. Goed onderwijs zou resulteren in betere mensen en een rechtvaardiger samenleving.
Vanuit Frankrijk groeide ook de overtuiging, dat het onderwijs een zaak van de staat en niet van de kerk was. Alle kinderen moesten onderwezen worden in lezen, schrijven, rekenen, de moedertaal, aardrijkskunde van Frankrijk, kennis der natuur en kennis van de rechten en plichten van mens en staatsburger. Om de kwaliteit van de meesters op te krikken, kwamen er ook kweekscholen voor onderwijzers.
Maar ik vraag me af of de lokale bevolking het wel nodig vond, dat ook hun dochters leerden lezen en schrijven? Ik weet wel, dat in de zomer het aantal leerlingen veel lager lag omdat veel kinderen mee moesten helpen op de boerderij. Pas in 1900 zou de algemene leerplichtwet komen, die bepaalde dat alle kinderen van 6 tot 12 jaar verplicht naar school moesten.
Tranchotkaart (1803-1820)[bewerken]
Napoleon had Jean Joseph Tranchot, een Franse kolonel en veldtopograaf, opdracht gegeven om het gebied tussen de Maas en de Rijn in kaart te brengen. Zijn kaart is in de jeugd van Maria (tussen 1903 en 1820) gemaakt, waarschijnlijk 1805. Op de uitsnede hierboven is links Gennep en Ottersum in getekend en rechts eens aantal huizen ‘In de Loy’ (= De Looi). Een van die rode puntjes moet dus hun boerderij zijn geweest.
Op de Tranchot kaart zie je ook heel duidelijk, dat vlak langs het riviertje de Niers weilanden lagen (lichtgroen), waar het vee kon grazen. Uniek voor Nederland, is dat hier en vooral ook bij de zogenaamde Maasheggen voorkomen. In de uiterwaarden van de Maas zijn een groot aantal kleine percelen die begrensd zijn met Meidoorn- en Sleedoornheggen. Deze heggen zijn in elkaar gevlochten vormen zo een ondoordringbare afscheiding. De maasheggen zijn het oudste cultuurlandschap van Nederland en worden al in Caesars werk over de Gallische oorlogen genoemd. Net wat hoger gelegen dan de weilanden vinden we de akkerlanden (wit), en in het geval van Gennep ook veel (moes)tuinen. Dit is de vruchtbare grond waar het grondwaterpeil niet te hoog staat en vanwege de nabijheid van de stad zijn op de Kleefse kadasterkaart, zie kaart hieronder, ook veel kleine (moes)tuinperceeltjes te zien. Richting het zuidoosten zijn de hogere woeste gronden te vinden. Deze komen overeen met het maas- duinenlandschap.
1806: Broertje geboren[bewerken]
Maria krijgt een broertje erbij. Op 28 april 1806 wordt in Kessel Gerard geboren.
1809: Broertje overleden[bewerken]
Op 15 februari 1809 is haar 2-jarige broertje Gerard overleden in Kessel, Maria was toen 5 jaar.
1812: Broer overleden[bewerken]
Op 29 februari 1812 is haar 13-jarige broer Willem overleden in Kessel, Maria was toen 8 jaar.
Historische context[bewerken]
In het leven van Maria zou de samenleving radicaal veranderen. Het Ancien Régime zou plaatsmaken voor de revolutie, er ontstonden nieuwe landen en mogelijk dat Maria ook al de eerste effecten van industrialisatie heeft meegemaakt, zoals de stoomtrein vlak voor haar dood. De biografie van Maria van de Loo is dan ook één groot geschiedenisboek. Van haar jeugd zelf weten we niet zo veel, maar wel van de wereld om haar heen, die veranderde continu. Hieronder een aantal belangrijke gebeurtenissen.
1813: Slag bij Leipzig[bewerken]
Toen Maria tien jaar was, vond de grootste militaire confrontatie in Europa vóór de uitbraak van de Eerste Wereldoorlog plaats. Na deze Slag bij Leipzig, werd Napoleon afgezet en in 1814 verbannen naar het toen Franse (nu Italiaanse) eilandje Elba.
1813: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden[bewerken]
Bij het trekken van de nieuwe landsgrenzen in 1813 herkreeg de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, die ook deel had uitgemaakt van het Eerste Franse Keizerrijk, haar onafhankelijkheid terug. Nu als monarchie met Willem I als soeverein vorst der Nederlanden.
1815: Koninkrijk der Nederlanden[bewerken]
In het voorjaar van 1815 was Napoleon weer even aan de macht om enkele maanden later bij Waterloo definitief verslagen te worden. Tijdens het Congres van Wenen werd nu besloten een grote bufferstaat tussen de twee grootmachten te creëren. De oprichting van het Koninkrijk der Nederlanden met de Oranjes als vorstenhuis was hiermee een feit.
Prinsbisdom Luik, het Abdijvorstendom Stavelot-Malmedy, het hertogdom Bouillon, en nog wat kleine zelfstandige gebieden, die nooit tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorden, werden samen met de Oostenrijkse Nederlanden verenigd met de Bataafse Republiek.
1815: Grenscorrectie met Pruisen[bewerken]
Hierbij stond het koninkrijk Pruisen alle gebieden ten westen van de Maas aan het nieuwe koninkrijk af. Afgesproken werd dat Pruisen de scheepvaart op de Maas niet mocht beïnvloeden. Met een kanonschot (800 Rijnlandse Roeden, ca. 3 km) keek men hoe ver Pruisen van de Maas moest komen te liggen. Hiermee werden Mook, Gennep, Ottersum en Bergen Nederlands, maar bleef haar geboortedorp Kessel Pruisisch.
Deze grensbepaling heeft scheiding gebracht tussen plaatsen en mensen, die jarenlang nauw met elkaar verbonden waren. Wanneer in 1815 het taalgebruik de leidraad was geweest bij het vaststellen der grenzen, was het resultaat anders geweest. De grens van 1815 is dezelfde grens die de Bondsrepubliek Duitsland vandaag van Nederland scheidt. Qua grondgebied was het nieuwe koninkrijk vergelijkbaar met de Benelux.
1815: Duitse Bond[bewerken]
Maria bleef in Pruisen wonen, vanaf 1815 in de nieuwe provincie Gulik-Kleef-Berg (1815-1822). En Pruisen werd lid van de Duitse Bond (Duits: Deutscher Bund). Een vereniging van 39 Duitstalige staten in Centraal-Europa, opgericht door het Congres van Wenen in 1815 om de economieën van afzonderlijke Duitstalige landen te coördineren en het voormalige Heilige Roomse Rijk te vervangen, dat was ontbonden in 1806. Maar de wereld was veranderd. Veel van wat de Fransen hadden gebracht bleef behouden. De vroegere territoriale lappendeken met de bijbehorende bestuurlijke en rechterlijke organisatie, leefde alleen nog maar in de herinnering van de oudere generatie.
1816: Lymers[bewerken]

Iets noordelijker was ook een grenscorrectie. Onbelangrijk voor familie Goossens, maar interessant voor geschiedenis van familie Van de Loo. Want hier werden op 1 juni 1816 de enclaves van Huissen, Malburgen, de Lymers, en de stad Zevenaar en Heerlijkheid Wehl door Pruisen overgedragen aan Nederland (Gelderland). Hiermee werden ruim achtduizend mensen op die dag Nederlander. Ik noem dat, omdat een voorvader van Maria, ridder Johan van den Loe, vanaf 1437 ambtman (drost) was van:
- de Lymers, een uitgestrekt gebied tussen Emmerich en Arnhem, Rijn en Lek, IJssel en Oude IJssel en verscheidene rechtsgebieden zoals Zevenaar, Groessen, Duiven, Beek;
- het kleine ambtsgebied van Emmerich;
- en het stadsgebied en het rechtsgebied van Hüthum.
In de veertiende eeuw ontplooiden de Kleefse graven verwoede pogingen de gehele Lymers in hun macht te krijgen. Ze hadden al enige plaatsen, Groessen, (Oud-) Zevenaar en Grondstein, maar het grootste deel was Gelders. Het lukte hen in 1355 om het gebied in pand te krijgen en in 1406 om het definitief in handen krijgen.
1823: Huwelijk (1)[bewerken]
Maria is twee keer getrouwd. De eerste keer was Maria 19 jaar oud en trouwde ze op 18 april 1823 (geregistreerd als vrouw zonder beroep, woonachtig in Kessel) met de veel oudere Jacobus van Well jr. (1787-1838) (36) in Ottersum in Limburg, (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden 6.
Jacob was geregistreerd als bouwman (= landbouwer), zoon van Jacobus van Well sr. (1742-1821) geboren in Hommersum en Johanna Maria Elisabeth Jansen (1760-1822) 7, 8 geboren in Asperen. De ouders van Jacob waren nog niet zolang ervoor overleden en woonden in De Looi nr. 179 (onder Ottersum, rechts van Gennep) 9.
Echter, familie Van Well kwam van origine niet uit Ottersum, maar uit het onmiddellijk daaraan grenzende dorp Hommersum, dat samen met buurtschap Viller zo’n 150 inwoners had. Ook haar man Jacob was hier geboren 10 en al deze plaatsen lagen tot voor enkele decennia in Hertogdom Kleef (Koninkrijk Pruisen). De landsgrens loopt nu direct tegen het dorpscentrum aan; het dorp Hommersum verloor destijds ongeveer een kwart van zijn oppervlakte aan het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Eeuwenlang was de hoofdactiviteit van de bewoners landbouw en veeteelt.
Heel bijzonder is, dat het kerkelijke huwelijk van Maria met Jacobus twee dagen eerder op 16 april plaatsvond. In Nederland mocht en mag een kerkelijk huwelijk pas plaatsvinden nadat het burgerlijk huwelijk is voltrokken.
Jacobus en Maria kregen in Ottersum de volgende vijf kinderen:
- i. Jacobus (1824-1886) 11
- ii. Willem (1827-1906) 12
- iii. Hermanus (1829-1873) 13
- iv. Geertruida (1832-1873) 14
- v. Joannes (1835-1886) 15
Historische context[bewerken]
Landsgrenzen[bewerken]
Maria woonde na haar huwelijk officieel in aan ander land. Haar familie woonde uiteraard nog steeds in Rijnland (Pruisen), haar ouders en broers en zussen in Kessel. Tijdens de Franse bezetting was de paspoortplicht ingevoerd. Iedereen moest zich laten inschrijven en wie geen achternaam had moest er een verzinnen. Na de bezetting stelde Willem I in 1813 niet alleen een paspoort verplicht voor Nederlanders die naar het buitenland wilden, maar ook voor buitenlanders die naar Nederland kwamen. Het ging de regering daarbij vooral om Fransen die men wantrouwde. Maar in de praktijk zal het grensverkeer tussen Noord-Limburg en Kleef niet al te moeilijk zijn geweest.
De opkomst van het liberalisme midden negentiende eeuw ging gepaard met grootschalige afschaffing van paspoorten. Tot de Eerste Wereldoorlog kon men zonder paspoort reizen. Sinds de Grote Oorlog is het paspoort weer verplicht. De Staat zette vanaf toen meer voorzieningen op voor de burgers en wilde die afschermen van ‘free riders’. Na de Tweede Wereldoorlog werd de grens ineens ook door de bevolking als een echte grens ervaren. Dat blijkt onder meer uit het aantal grensoverschrijdende huwelijken. Voor 1940 was dat nog 35 procent, nu nog maar 5 procent 21.
Na het invoeren van het Duits op de scholen en in de kerken (1828—1840) raakte de bevolking van Opper Gelder en Kleef geleidelijk meer verduitst.
Grootgrondbezitters en de ontginning[bewerken]
In de 18e eeuw waren zowat alle Ottersumse boerderijen van enige betekenis in handen van grootgrondbezitters 55. De kleefs-pruisische regering vaardigde 17 september 1748 een besluit uit, krachtens hetwelk overal in den lande, de heide en braakliggende gronden moesten worden ontgonnen. Daarom werd er bij de adel, de kloosters, de steden en de dorpen op aangedrongen, hun landerijen te splitsen en stroken heidegrond af te staan56. De inwoners van Gennep en Ottersum wilde wel in aanmerking komen om een stuk woeste grond in erfpacht te krijgen. Zeker ook, omdat over de eerste 15 jaar geen pacht hoefde betaald te worden. De pionier van den Berg kreeg hiermee de kans om zich tot een grote boer op te werken. Dit, door de verdeling van de Zelderse Heide.
Geschiedenis Roepaan[bewerken]
De Roepaan ligt in oostelijke richting ongeveer een kwartier gaans van het dorp Ottersum langs de
Kleefse Weg, op de rechter oever van de Niers. De naaste buren van de Roepaan waren twee oude pachthoven, n.l. de Heuvel in de richting Ottersum en de Vogelzang even stroomopwaarts bij de Niers. Achter de woeste Zelderse Heide lag vanouds het gehucht Ven, in de volksmond geheten het "Hölter Ven", om het te onderscheiden van andere vennen, zoals het Koningsven.
De Roepaanse Camp had volgens het kadaster in 1735 een oppervlakte van 2 morgen en 249 roeden,
dus ruim 2 hectaren. Het was een lange smalle strook langs de oude Kleefse Weg, te beginnen vlak
bij de Heuvel 57. De landerijen van de Heuvel, genaamd de Hurkenskamp, gelegen aan de achterzijde van de Roepaan werden eerst later gekocht van (ook al onze voorouders) de familie Stoffelen, toen een gedeelte van de Roepaanse Kamp langs de straat bij de Heuvel werd gevoegd 58. Met haar 2 hectaren grond had de boerderij van de Roepaan slechts geringe betekenis. Het was nauwelijks genoeg voor een voldoende zelfverzorging.
Welbert van den Berg had de Roepaan van uitsluitend herberg gemaakt tot de grootste eigen geërfde boerderij uit de omgeving.
Huis Marienwaldschen Bouwhoff[bewerken]
Ik vermoed dat de boerderij (Huis Marienwaldschen Bouwhoff) van Gerard van de Loo werd gepacht van de herberg/hoeve Roepaan, dat sinds de late 18e eeuw uitgegroeid tot een forse T-boerderij. Maar dat moet nog worden uitgezocht. Hieronder de verwantschap van Gerard met Maria. Het bijzondere is dat deze via Van Schewick korter dan via de lijn Van de Loe.
Roepaan[bewerken]
Door het huwelijk op 28 november 1797 van Anna Maria van den Berg in de Ottersumse kerk met Gerardus van de Loo60 kwam de herberg en boerderij in handen van familie Van de Loo.
Anna Maria was geboren 16 december 1778 en dochter van Welbert van den Berg61 van de Roepaan en Anna Catharina Reintjes63 van de boerderij de Buntum aan de Niers in Hommersum.
Gerardus van de Loo kwam uit het naburige Asperden, waar hij geboren was 15 maart 1775; sinds onheugelijke tijden waren zijn voorvaderen daar de molenaars geweest van de Aspermolen op
de Niers53, 54. Hij was een zoon van Johannes Friedericus van de Loe64 en Johanna Catharina Burgers65.
Later, in 1881 werd het goed door de familie Van de Loo aangeboden aan de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid (moederhuis te Munster). In 1882 betrokken de eerste zusters het complex en werd de naam op toepasselijke wijze omgedoopt in `Maria Roepaan'. Men begon met een bewaarschool, een handwerkschool en ziekenverpleging. Al snel werden in het complex ook weesmeisjes ondergebracht. Er werd een pensionaat opgericht, waarin meisjes werden opgeleid in de huishouding. Op het hoogtepunt van de geschiedenis van het klooster, in 1917, telde het complex ongeveer 300 inwoners. De meeste van hen kwamen uit Duitsland vanwege de Kulturkampf, waardoor Duits op het klooster de voertaal was.
1829: Volkstelling[bewerken]
Volkstelling In de volkstelling van Ottersum in 1829 zien we inderdaad dat op dat adres het gezin Van Well-Van de Loo woonde met veel inwonend personeel. Ze waren met andere woorden behoorlijk welvarend.
Hun buurman in “de Looi” was ook boer en ook hij heette Peter Gossens. Hij was getrouwd met Gertruy ten Haaf, maar hij was geen familie. Deze Peter heb ik ook teruggevonden in de volkstelling in 1829 van Ottersum. Ze woonden op adres 181, zie hieronder.
Verder waren er nog drie gezinnen Go(o)ssens in Otersum. Eén gezin in buurtschap Yshövel en twee gezinnen in buurtschap Veen, zie overzicht. Volgens mij ook geen familie. Het bijzondere is, dat in de ‘Volkzählung Ottersum’ van 1799 nog geen enkele Go(o)ssens woonde in deze gemeente.
Historische context[bewerken]
1830: Belgische Revolutie[bewerken]
Marie heeft niet lang in het (Verenigde) Koninkrijk der Nederlanden gewoond, want na de Belgische Revolutie in 1830 werden Gennep en Ottersum de meest noordelijke gemeenten van het nieuwe Koninkrijk België. Limburg met uitzondering van Maastricht had zich namelijk aangesloten bij de Belgische Revolutie.
1838: Overlijden Jacobus[bewerken]
Jacubus is op 12 februari 1838 overleden 22. In het overlijdensregister van Jacobus is Jakobus opvallend met een ‘k’ geschreven en is Maria als Anna Maria geregistreerd. Jacobus had Maria op een grote boerderij met vijf minderjarige kinderen achtergelaten, waarvan de oudste 14 jaar en de jongste 4 was. Een voorziening voor weduwen en wezen was er nog niet en met kleine kinderen stond ze er alleen voor. Voor een vrouw in haar positie was er maar één uitweg: hertrouwen, bedrijf en het gezin hadden een nieuwe boer nodig23.
1838: Huwelijk (2)[bewerken]
Op 12 december 1838 trouwt Maria (35), nu wel geregistreerd als landbouwster van beroep, voor de tweede keer. Nu in Gennep (Hertogdom Limburg binnen het Koninkrijk der Nederlanden en gebied van de Duitse Bond) met Petrus Gossens (30) en geregistreerd als akkerman 30. Geboren op 29 augustus 1808 in Gennep en in de Franse geboorteakte als Pierre ingeschreven en in de omgang Peter genoemd.
Maria en Peter krijgen ook vijf de kinderen:
- vi. Anna Maria (1839-1888) 31
- vii. Karel (kerkelijk: Carolus) (1841-1922) 32
- viii. Peter (1842-1915) 33
- ix. Johannes Hendrikus (1845-1938) 34
- x. Leonardus (1848-1928) 35
Historische context[bewerken]
1839: Hertogdom Limburg[bewerken]
Toen Willem I uiteindelijk in 1838 toestemde in een erkenning van een autonoom België en het jaar daarop het verdrag van Londen ondertekende, werden het oostelijk deel van Limburg (met uitzondering van de vestingsteden Maastricht en Venlo) als ook het oostelijk deel van Luxemburg (Duitstalig) een hertogdom van de Duitse Unie en kwamen tegelijkertijd in persoonlijke unie met Nederland.
Voor veel katholieke Limburgers bleef het overwegend protestante Nederland de ongewenste overheerser. Daarnaast was België voor de toenmalige maatstaven een moderne staat. Er ontstond
een separatistische beweging. Indien aansluiting bij België niet haalbaar zou zijn, zou men kunnen streven naar aansluiting bij de Duitse Bond. In de regio van Gennep en Ottersum had aansluiting bij de Duitse Bond de voorkeur, omdat men vroeger deel uitmaakte van Pruisen.
1839: Separatisten[bewerken]
De wederinbezitneming van Limburg werd door de lokale bevolking met weinig enthousiasme begroet. In de jaren na 1839 heerste er ontevredenheid op velerlei terrein. Het merendeel van de politiek geïnteresseerde Limburgers was vrij progressief. Het ‘unionisme’ van liberalen en katholieken vond er veel aanhang. Die ontevredenheid had diverse oorzaken. Er was sprake van tegenstellingen tussen het overwegend katholieke Limburg en de overwegend protestantse Staat der Nederlanden. Benoemingen van protestanten in overheidsfuncties binnen Limburg stuitten op veel weerstand. Daarnaast klaagde men over de belastingen, die hoger waren dan in de Belgische periode. Met name de hoge accijnzen, die via een hoofdelijke omslag werden geïnd (‘kopgeld’) waren gehaat. Economisch bezien pakten de regelingen van 1839 voor Nederlands Limburg ongunstig uit: de Limburgse landbouw had veel van zijn afzetgebied verloren, en ook de nijverheid had veel te lijden van het verlies van de Belgische markt en de verminderde draagkracht van de bevolking.
De anti-Nederlandse stemming die van dit alles het gevolg was, kwam tot uiting in de oppositie van Limburgse afgevaardigden in de Staten-Generaal en in een beweging die afscheiding tussen Limburg en Nederland nastreefde. Deze separatisten streefden aanvankelijk naar hereniging van Limburg met België. Toen dat niet mogelijk bleek, opteerden zij voor een personele unie van Limburg en Nederland naar Luxemburgs model 86. In het noorden van Limburg zocht men aansluiting bij de Duitse Bond, dit omdat men vroeger deel uitmaakte van de Duitse gebieden, veel familie daar woonde, maar ook vanwege fiscale voordelen.
1840: Bevolkingsregister[bewerken]
Het uittreksel uit de bevolkingsregister van 1840 leert ons, dat Maria, haar nieuwe man Peter, haar twee oudste zonen uit haar eerste huwelijk als landbouwer, haar drie andere kinderen uit haar eerste huwelijk en haar eerste kind uit haar tweede huwelijk, twee knechten en twee inwonende meiden hier woonden24. Dat zijn veel mensen. Opvallend is dat Maria als ‘arbeidster’ en niet als ‘landbouwer’ staat geregistreerd. Overigens dit overkwam meer boerinnen in Ottersum.
Hun naaste buurman was Petrus Goossens, gehuwd met Geertruida ten Haaf. Geen familie van ‘onze’ familie Goossens.
Naam en voornaam | Leeftijd | Geboren te | Beroep |
---|---|---|---|
Peter Goossens | 31 | Gennep | landbouwer |
Maria van de Loo | 35 | Kessel | arbeidster |
Jacobus van Well | 14 | Ottersum | landbouwer |
Willem van Well | 12 | “ | “ |
Herman van Well | 10 | “ | geen |
Gertruda van Well | 7 | “ | “ |
Johannes van Well | 4 | “ | “ |
Anna Maria Goossens | 1 | “ | “ |
… | knecht | ||
… | knecht | ||
… | meid | ||
… | meid |
In 2022 werd ik door Timo Wouters, een verre neef en ook genealoog als hobby heeft, attent gemaakt op het bestaan van de website AEZEL, ofwel 'Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen'. Op deze site bleek dat Jacob en Maria eigenaar waren van een groot aantal percelen bij De Looi en hun boerderij (bestaande uit drie gebouwen en op veilige afstand een bakoven) Mariawalder hof heette.
De Kadastrale registratie is van 16 maart 1843. Dus vijf jaar na het overlijden van Jacob van Well. Als eigenaar is in de registratie dan ook vermeld: ‘erfgenamen Jakob Van Well’. In het overzicht hieronder een overzichtje van de percelen weiland, schaapsweide, bouwland, hakhout, bos, heide en tuin. En in de Kadastrale kaartuitsnede hieronder rechts is Mariawalder hof ingetekend. Onder het overzicht en de kaartuitsnede, over de volle breedte, een kaart met hierop in donkeroranje het grondgebied van de erfgenamen van Jacob van Well.

Kadasternr. | Artikelnr. | Toponiem | Soort | Grootte |
---|---|---|---|---|
C221 | 389 | Mariawalder hof | schaapsweide | 8.285 m2 |
C223 | 389 | Mariawalder hof | schaapsweide | 280 m2 |
C226 | 389 | Mariawalder hof | tuin | 1.320 m2 |
C227 | 389 | Mariawalder hof | weiland | 4.230 m2 |
C273 | 389 | Mariawalder hof | weiland | 13.415 m2 |
C228 | 389 | Mariawalder hof | weiland | 53.850 m2 |
C217 | 389 | Orthese veld | bouwland | 122.640 m2 |
C230 | 389 | Mariawalder hof | bouwland | 73.350 m2 |
C220 | 389 | Mariawalder hof | heide | 3.150 m2 |
C219 | 389 | Mariawalder hof | bosch | 1.310 m2 |
C371 | 389 | Mariawalder hof | hooiland | 4.620 m2 |
C231 | 389 | Mariawalder hof | weiland | 10.170 m2 |
C232 | 389 | Mariawalder hof | heide | 31.440 m2 |
C233 | 389 | Mariawalder hof | hakhout | 19.700 m2 |
C31 | 389 | in de Looi | hooiland | 4.380 m2 |
C157 | 389 | IJsheuvelveld | bouwland | 14.150 m2 |
Ligging[bewerken]
Op de kleine kaartuitsnede hierboven is de ligging van de boerderij goed te zien. Tot de bouw van de Oordse brug bestond de vreemde situatie dat men via de stad Gennep moest reizen het om het Ottersumse stadhuis te bereiken. De boerderij lag in de buurtschap De Looi dat bij gemeente Ottersum hoorde, maar De Looi heeft altijd tot de Gennepse parochie St. Martinus behoord. Hun kinderen waren dus ingeschreven bij de burgerlijke stand van de gemeente Ottersum, maar hun doop bij de doopregisters van de parochie Gennep. In 1852 werd de Niers officieel de scheiding tussen de parochies Gennep en Ottersum.
Historische context[bewerken]
1845: Strenge winters[bewerken]
In Maria's tijd waren de winters in Nederland lang en koud. In bijzonder die van 1844/45. Na een extreem koude december en februari kwam maart 1845 uit op een gemiddelde temperatuur van -2,3 graden (gemeten bij Amsterdam), acht graden kouder dan tegenwoordig. Het ijs op de meren en rivieren was maar liefst 30 cm dik en tot eind maart kon nog gemakkelijk over de rivieren worden gereden met paard en wagen.
1845: Gennep uit zijn isolement[bewerken]

Gennep heeft altijd al aan de grens gelegen en heeft daarom nooit veel bloei gekend, maar in de eerste helft van de 17e eeuw wordt het helemaal lastig aangezien Gennep in een oorlogszone komt te liggen van de 80-jarige oorlog.
Na deze oorlog wordt Gennep weer een rustig stadje. De handelsroutes gaan nog steeds voorbij aan Gennep en er vindt vrijwel geen uitbreiding plaats. Ook toen Gennep in 1815 Nederlands werd veranderde er niet veel 50.
Maar door de Belgische periode ontstond er in Holland, nadat het oosten van Limburg weer Nederlands werd, toch de behoefte om Nederlands Limburg sterker in het land te integreren. Een van de projecten die hiervoor moest zorgen, was de aanleg van de rijksweg Nijmegen-Maastricht in 1845. Deze verbinding noord-zuid aan de oostoever van de Maas liep door Gennep en haalde het stadje uit haar grote isolement. Zie hieronder de plantekening uit 1841.
Een nieuwe brug over de Niers was duur en men koos om gebruik te maken van de bestaande Niersbrug en de nieuwe Rijksweg dwars door Gennep te leggen. Bij het verlaten van het oude stadje (vanaf ongeveer de Stadsherberg, die nu "Witte Olifant" heet) wordt echter een compleet nieuw traject gekozen en wel vanaf de Stadsherberg in een kaarsrechte lijn tot de kerk in Heijen. De weg wordt aangelegd en kennen we nu als Spoorstraat, Heijenseweg en Hoofdstraat.
1948: Revoluties en een grondwet[bewerken]
Begin 1848 greep het door de gevestigde orde gevreesde revolutiespook in grote delen van Europa om zich heen. Nederland keek angstig naar België, want in een dergelijk revolutionaire situatie zou België immers Limburg kunnen opeisen. Het Frankfurter Parlement besloot in 1848 dat het hertogdom Limburg “ein Deutsches Bundesland wie jedes ander” was en dat het niet verenigd kon blijven met Nederland.
Limburg was een onbeduidend gewest en door Limburg zouden conflicten kunnen ontstaan tussen Den Haag en de Duitse Bond. Was Limburg dat wel waard, vroegen de Hollanders zich af?
Ook koning Willem II werd bang en gooide op 13 maart 1848 het roer om. Zonder zijn kabinet erin te kennen gaf hij de liberaal Thorbecke opdracht een nieuwe grondwet op te stellen.
Minister – president Thorbecke voerde vanaf het eerste moment een Limburg vriendelijk beleid om de Limburgers te integreren in Nederland. Thorbecke werd daarom ook verantwoordelijk gehouden voor het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie, die tot de val van het kabinet en nieuwe verkiezingen leidde. Toen Thorbecke in april 1853 moest aftreden zorgden de Maastrichtse burgers ervoor dat hij namens het kiesdistrict Maastricht werd herkozen in de Tweede Kamer, want voor het noorden was hij persona non grata geworden. Hierdoor ging men de band met de Duitse Bond steeds meer als overbodig ervaren.
1949: Grondwet in Duitsland[bewerken]
Ook in het oude vaderland van Maria, waar nog veel van haar familie woonde, waren grote veranderingen. De nieuwe regeringen wilden meer inspraak en vrijheden, maar wensten ook de vrije losse Duitse statenbond om te smeden naar een meer hechte natie. Dit zou in 1849 leiden tot een grondwet voor geheel Duitsland.
1849: Moeder overleden[bewerken]
Op 2 april 1849 overlijdt ‘in volle gezondheid’ haar moeder Anna Elisabeth Janssen.
1850: Bevolkingsregister[bewerken]
In het volgende tienjarige bevolkingsregister staan de laatste vier kinderen ook in het gezin vermeld 36
1852: Akten[bewerken]
In de archieven van Ottersum vinden we Maria bij de huwelijken van haar twee oudste zonen Jacobus (31) met Johanna Schoofs (23) in 1856 16, Willem (25) met Gerharda Derks (23) in 1852 17 En haar dochter Geertruida (20) met Peter Johannes Janssen (21) in 1852 18 terug.
In de archieven van Gennep vinden we Maria bij het huwelijk van haar jongste zoon Johannes (24) uit het eerste huwelijk (20) 19 met Elizabeth Goossens, haar zoon Peter (27) met de veel oudere Theodora Kamps (42) 37 en dochter (Anna) Maria (29) met Coenradus van Bergen (27) in 1869 38 terug. Wat opvalt is, dat de naam Goossens in Gennep weer met dubbele “oo” wordt geschreven.
In de archieven van Groesbeek vinden Maria bij het huwelijk van Hermanus (28) met Willemina Peters (wordt hier Wilhelmina bedoeld?) in 1858 20
1852: Verhuizing naar stad Gennep[bewerken]
Na het huwelijk van Willem van Well in 1852, haar tweede zoon uit het eerste huwelijk, vertrekken Maria en Peter Goossens met zoon Johannes uit haar eerste huwelijk en de kinderen uit haar tweede huwelijk naar Gennep. Het nieuwe adres is Zandstraat 75, niet ver van Peters ouderlijk huis Zandstraat 62. Hier verbleven op dat moment nog zijn vader Peter Goossens met zijn tweede vrouw Elisabeth van de Camp en hun kinderen uit het tweede huwelijk. Harry Goossens hypothese (in zijn boek ‘De Familie Goossens’) is, dat Willem van Well, al of niet met de andere kinderen Van Well, het ouderlijke bedrijf in de Looi had overgenomen en Peter Goossens een andere boerderij in Gennep had verworven.
Zandstraat Gennep67
De hypothese van mijn oom Harry Goossens uit Utrecht was dat Willem van Well - al dan niet met de andere kinderen Van Well - het ouderlijke bedrijf in de Looi had overgenomen en Peter Goossens een andere boerderij in Gennep had verworven. Henk Jaspers uit Gennep liet me een document zien, waaruit blijkt dat Peter Goossens senior en zijn tweede vrouw Elisabeth van de Camp en hun kinderen nog steeds in het pand Zandstraat 75, het huis met de bomen ervoor, woonden in wijk A, zie afbeelding hieronder.
Woonden dan mogelijk Peter Goossens junior met Maria van de Loo en hun kinderen in het pand Zandstaat 62 en heeft mijn oom per ongeluk de huisnummers verwisselt?
Van Henk kreeg ik ook een pagina uit het omnummeringsboek van de Gemeente Gennep van omstreeks 1910 toegestuurd. Hierin staat dat kleinzoon Peter Goossens (1842-1915) op huisnummer 74 (wordt 77) woonde (met blijkbaar een tijdelijke inwoner Verzett) en kleinzoon Jan Hendrik Goossens (1845-1938) op huisnummer 77 (wordt 81). Opvallend is, dat nu Goossens weer met dubbele ‘oo’ wordt geschreven. Op huisnummer 75 woonde een voor mij onbekende persoon.
Het moge duidelijk zijn, het is behoorlijk complex om een goed beeld te krijgen op welke huisnummers de diverse families Goossens woonden, ook omdat de huisnummers nog eens zijn omgenummerd.
1854: Vader overleden[bewerken]
Vijf jaar na haar moeder overlijdt op 16 oktober 1854 ook haar vader Johann Heinrich van de Loo op 94-jarige leeftijd in Kessel.
1862: Panden van schoonfamilie Goossens[bewerken]
In 1862 waren de volgende panden door haar schoonfamilie ‘Goossens’ bewoond:
- Zandstraat 62: Elisabeth van de Camp met de nog aanwezige kinderen uit haar huwelijk;
- Zandstraat 75: Petrus Goossens jr. en gezin. Johannes van Well was inmiddels gehuwd met Elisabeth Goossens, een halfzusje van zijn stiefvader en had zich elders gevestigd;
- Tuulakker 144: Hendrikus Theodorus Goossens, de oudste zoon uit het huwelijk van Peter Goossens sr. met Elisabeth van der Camp.
Enkele jaren later waren daar nog:
- Molenstraat 122: Hendrikus Go(os)ens uit 1832
- Molenstraat 124: Joseph Go(os)ens
Hierboven de zogenaamde "de Ville" kaart uit 1821 en eronder een uitsnede van het oude stadje van dezelfde kaart. De prominente (belastingvrije) gebouwen zijn in blauw en de Molenstraat in geel aangegeven. Als de adressen nog overeenkomen met nu, dan lagen de de twee panden aan de Zandweg (met rode stippen aangegeven) tegen over elkaar direct bij de stadspoort (de Zandpoort) en net buiten de vestigingsmuren en lagen de panden in de Molenstraat ook niet ver van die stadspoort, maar nu binnen de vestigingsmuren. De Zandpoort is overigens al begin 19e eeuw weggehaald.
Vanaf 1866 verlaten ook haar kinderen uit het huwelijk met Peter het ouderlijk huis.
- 1866: Na zijn huwelijk met Wilhelmina Verdijk uit Oeffelt, dochter van de burgemeester aldaar, vertrekt Karel op 1 augustus naar de Looi (Ottersum);
- 1869: Dochter Anna Maria trouwt in Gennep met Conrad van Bergen;
- 1870: Zoon Petrus trouwt met Theodora. Kamps, weduwe van Jacob van Bergen 39.
All in the family[bewerken]
Tijdens mijn onderzoek viel het me op dat de naam Goossens en de naam Jansen vaak voorkomen in de kwartierstaat van Maria. Nader onderzoek heeft me het volgende geleerd:
Goossens
Maria’s kleindochter (en mijn overgrootmoeder) Maria Catharina van Well was getrouwd met Hendrikus Goossens jr. Hij was de zoon van Hendrikus Goossens sr., de broer van haar tweede man Pierre (Peter) Goossens.
Zoon Johannes van Maria van de Loo en Jacobus van Well zou op zijn beurt trouwen met Elisabeth Goossens, de stiefzus van haar tweede man Peter Goossens. Maar er was nooit sprake van in genetische zin van een familieband. Op de foto bij paragraaf ‘Kleding’ Trui met een toer.
Schema familie relaties68
Jansen
In het boek “De Familie Goossens” stelt H. Goossens dat bruid Jacob van Well en bruidegom Maria van de Loo volle neef en nicht van elkaar zijn; hun moeders Johanna Maria Elisabeth Jansen (1760–1822) 40 en Anna Elisabeth Jansen (1767-1849) waren gezusters van elkaar, beide dochter van Joannes Jansen (±1735-). Ik ben dit verhaal gaan controleren en met de huidige beschikbare gegevens ben ik tot de conclusie gekomen, dat ze toch geen zussen zijn:
- Johanna Maria Elisabeth Jansen is op 30 april 1760 in Hommersum (Pruisen) geboren, met 20 jaar op 30 april 1780 in Hommersum (Pruisen) met Jacobus (Jacob) van Well getrouwd en op 6 juli 1822 in Ottersum (Verenigd Koninkrijk der Nederlanden), zij was toen 62 jaar oud. Dochter van Johannes Jansen en Henricae Peters.
- Anna Elisabeth Jansen is op 30 november 1767 in Hassum geboren, met 29 jaar op 11 juni 1797 in Kessel getrouwd met Johann Heinrich (Hendrik) van de Loo en op 2 maart 1849 in Kessel overleden, zij was toen 81 jaar oud. Dochter van Joannes Jansen en Esther Plancken.
Vervolgens Joanna Janssen, de vrouw van Arnoldus Goossens, getoetst.
- Joanna Janssen is op 15 juni 1744 in Gennep geboren, getrouwd met Arnoldus Goossens en op 25 oktober 1814 in Gennep overleden, zij was toen 70 jaar oud. Dochter van Henry Jansen en Theodora Schutjens.
Ik heb geen informatie over hun ouders en kan daarom niet vaststellen of het dan wel nichten of achternichten van elkaar zijn. Zie ook de hierboven opgenomen sterk vereenvoudigde kwartierstaat.
Historische context[bewerken]
Kuyperkaart van gemeente Ottersum[bewerken]
Links de Kuyperkaart van de gemeente Ottersum met daarop aangegeven Ottersum, Zwartenweg, Milsbeek, Aaldonk, Dam, Zelder, Looi, IJshovel, Konings Ven, Gennepsche Turfven, Ottersumsche Turfven, den Longenhorst, Zeldersche Heide, Gennepsche Bergen, Looijer Heide, Groote Sliep, Kanon Kamp en De Maas 46.
De gemeente had in die tijd 1900 inwoners en was 2737 hectare groot. Het dorp Ottersum vormde met 12 gehuchten de gemeente. Het had 1.800 inwoners die bijna allemaal van de landbouw leefden, waarvan ruim 200 in Ottersum zelf gevestigd zijn. Verder 3 pottenbakkerijen, 1 brouwerij, en een R. K. Kruiskerk, die in 1842 voor meer dan de helft is vergroot is 47.
Stad en regio[bewerken]

Uit het huwelijksregister leren we dat Peter en Maria een landbouwbedrijf hadden. De boerderij lag in de Looi in de buurt van het riviertje Niers en de grond bestond uit oude rivierklei en hierdoor geschikt voor landbouw. In de winter overstroomden jaarlijks aan beide zijde van de Niers hectaren weilanden en soms ook de iets hoger gelegen akkerland. Later (in 1880) was er in Gennep een watersnoodramp. Hoewel het stadje is gebouwd op een verhoging, een lage Maasduin tussen de Maas en de Niers, komt toch bijna de hele stad onder water te staan.
Iets meer te westen lagen de uitgestrekte zandgronden van de Peel en hier stond voor de grote ontginningen de veeteelt op de voorgrond 25, waarbij in sommige streken, zoals in Venray, de schapenteelt van belang was 26. Dit geeft nog maar eens aan hoe arm dit gebied nog was in 1839. De aansluiting bij Nederland had nog geen merkbare positieve gevolgen gehad. De bedrijven in Noord-Limburg behoorden tot de kleinsten van Nederland 27. Tweederde van de landbouwbedrijven was kleiner dan 5 ha 28.
De dunbevolkte streek is in de 19e eeuw voor handel en nijverheid niet interessant, de bodemgesteldheid (zand, heide, bos) nodigt niet uit tot intensieve landbouw of veeteelt. Uit stadsrekeningen en belastinglijsten blijkt dat Gennep vier of vijf welgestelde families kende en voor de rest uit dagloners en keuterboertjes bestond. Hygiënische toestanden waren erbarmelijk en het onderwijs stond op laag niveau. In 1878 werd Gennep getroffen door een besmettelijke keelziekte, waardoor er 45 kinderen stierven en de scholen moesten sluiten.
Zoals we al eerder bij ‘onze’ familie Goossens in de Kempen hebben gezien, moesten ook in de Peel boeren hun inkomsten uit het landbouwbedrijf vaak aanvullen met inkomsten uit andere werkzaamheden, bijvoorbeeld door als hoefsmid of als wagenmaker te werken. Ook hielden zij soms een herberg of was er sprake van een brouwerij. Er waren ook personen met veel grondbezit, zoals de adel, die hun grond in kleine kavels aan de boeren verpachtten.
Op de kaart uit 1868, is de nieuwe spoorlijn nog niet ingetekend. Wel is duidelijk dat het kerkdorp Ottersum vlakbij het stadje Gennep ligt. De gemeente Ottersum had toen 1.900 inwoners en gemeente Gennep met 1.400 inwoners zelfs nog minder. Het was oprecht een dunbevolkte streek.
De gemeentelijke indeling van beide gemeente was niet logisch, iedere gemeente had grond aan beide zijden van de Niers. De parochiële indeling was wat dat betreft veel doelmatiger; wat van het zuiden gezien vóór de Niers lag behoorde tot parochie Gennep en wat er achter lag tot parochie Ottersum.
Looi behoorde tot gemeente Ottersum, maar voor wat betreft de parochiële indeling tot Gennep, vandaar dat hun kinderen bij de geboorte staan ingeschreven in de burgerlijke stand van gemeente Ottersum en hun doop aangetekend is in de doopregisters van parochie Gennep.
Ook maatschappelijk was Looi meer op Gennep georiënteerd. Dit, omdat de toenmalige overgang over de Niers van dit over-Nierse gedeelte naar de dorpskern van Ottersum via de oude Niersbrug te Gennep liep. Er was nog een andere rivierovergang, naar die liep over Duits grondgebied over de Hamse brug bij het Groenwald en was een omweg. En er waren geen veerponten 29.
De Peel[bewerken]

Iets meer te westen lagen de uitgestrekte zandgronden van de Peel en hier stond voor de grote ontginningen de veeteelt op de voorgrond 25, waarbij in sommige streken, zoals in Venray, de schapenteelt van belang was 26. Dit geeft nog maar eens aan hoe arm dit gebied was in 1839. De aansluiting bij Nederland had nog geen merkbare positieve gevolgen gehad. De bedrijven in Noord-Limburg behoorden tot de kleinsten van Nederland 27. Tweederde van de landbouwbedrijven was kleiner dan 5 ha 28.
Armoede[bewerken]
De dunbevolkte streek is in de 19e eeuw voor handel en nijverheid niet interessant, de bodemgesteldheid (zand, heide, bos) nodigt niet uit tot intensieve landbouw of veeteelt. Zoals we al eerder bij ‘onze’ familie Goossens uit Hamont in de Kempen hebben gezien, moesten ook in de Peel boeren hun inkomsten uit het landbouwbedrijf vaak aanvullen met inkomsten uit andere werkzaamheden, bijvoorbeeld door als hoefsmid of als wagenmaker te werken. Ook hielden zij soms een herberg of was er sprake van een brouwerij. Er waren ook personen met veel grondbezit, zoals de adel, die hun grond in kleine kavels aan de boeren verpachtten. Hygiënische toestanden waren zijn erbarmelijk en het onderwijs stond op laag niveau.
Uit stadsrekeningen en belastinglijsten blijkt dat Gennep vier of vijf welgestelde families kende en voor de rest uit dagloners en keuterboertjes bestond. Uit de registers van het Kadaster uit die tijd blijkt, dat ‘onze’ familie Goossens en ‘onze’ familie Van Well veel grond bezatten en Maria was met beiden gehuwd geweest.
Kleding[bewerken]

Veel mensen liepen op klompen en in Oost-Brabant en Noord-Limburg (waarschijnlijk ook daarbuiten) droeg iedereen zwarte sobere kleding en een hoofddeksel, ook kinderen. Boeren hadden doordeweeks een pet op en als ze naar de kerk gingen of op feesten een hoed op. De boerin droeg vanaf achttien jaar doordeweeks een witte muts, welke bestond uit een kanten middenstuk, een geborduurde 'bodem' die boven op het hoofd werd gedragen. Om de muts heen zat gekloste kant die boven het voorhoofd in een golfpatroon was geplooid. Op zondag als ze naar de kerk ging en bij speciale gelegenheden droeg ze daar een toer (Limburgs) of poffer (Brabants) overheen. Een toer of poffer is een hoefijzervormige kanten bloemenkrans met op de rug afhangende linten die boven op de muts werd gezet. De muts met poffer was niet alleen een kunstig maar ook een prijzig kledingstuk. In 1910 kostte de combinatie muts met poffer 100 gulden: 75 gulden voor de muts en 25 gulden voor de poffer. De vrouw was dan ook terecht trots op haar hoofddeksel.
De Kroon[bewerken]
Een klein uitstapje. Helemaal bovenin de kaart van Ottersum uit 1886 ligt de boerderij ‘De Kroon’. Voor de Fransen invasie eigendom een zekere Peter Krohn. Hendrik Stoffelen, eigenaar van de naast Roepaan, later Maria Roepaan, gelegen grote boerderij ‘De Hövel’ in Ottersum, kocht in 1803 ‘De Kroon’ van de Fransen. Via een “schenkingsakte bij het leven” uit 1840 blijkt dat het boerderijtje door Hendrik Stoffelen is geschonken aan zijn dochter Gertruij (Trui van den Heuvel), een dochter uit zijn 2e huwelijk met Marie Hoenselaars. Zij (28) trouwt Hendrik Goossens op 2 april 1846 en zo kwam ‘De Kroon’ in bezit van ‘mijn’ familie Goossens. Hun oudste zoon, Hendrik jr., trouwde op in 1883 met Maria Catharina van Well, de kleindochter van Maria van de Loo, zie schema boven. Maar hoewel Hendrikus jr. als oudste zoon normaal gesproken de boerderij van zijn ouders zou moeten overnemen, vestigde het jonge paar zich niet in ‘de Kroon’, maar namen Maria en Harry hun intrek in de grote pachtboerderij ‘De Repelvoort’. In Beers, in de Overmaase, zoals ze dat daar vroeger noemden.
1854: Vader overleden[bewerken]
Op 16 oktober 1854 is op 94 leeftijd haar vader Johann Heinrich van de Loo in Kessel overleden.
Historische context[bewerken]
1866: Provincie Limburg[bewerken]
In 1866 verliet de Noord-Duitse grootmacht Pruisen de Duitse Bond met enkele bondgenoten omdat ze in conflict waren met vooral de andere grootmacht Oostenrijk. Er kwam hiermee een eind aan de Duitse Bond. Deze werd vervangen door een eerste echte federatie van 22 voorheen onafhankelijke staten van Noord-Duitsland. Vijf jaar later zouden de zuidelijke Duitse landen, behalve Oosterijk, aansluiten en ontstond het Duitse Rijk. Limburg en Luxemburg zouden tijdens de oprichting in 1887 géén deel worden van de Noord-Duitse Bond. De titel hertogdom had voor Limburg hierna geen betekenis meer.
1869: Aanleg spoorweg onder Gennep[bewerken]

De tweede grote verandering waar Gennep mee te maken kreeg, was het spoor. Eind jaren ‘60 van de 19e eeuw werden er plannen uitgewerkt om een directe spoorverbinding tussen Boxtel en het Duitse Wesel aan te leggen. De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatscahppij (NBDS) begon met de bouw van deze route, die ook langs Gennep kwam te liggen. In 1871 werd de brug over de Maas gebouwd en in 1872 werd de eerste steen van het station in Gennep gelegd, enkele honderden meters ten zuiden van het oude centrum (aan de huidige Brabantweg). Verder werd dat jaar de nieuwe Maasbrug bij Gennep getest met bijna alle locomotieven van de nog jonge maatschappij.
Hoewel Maria de officieel opening van het deeltraject tussen Boxtel en Gennep in juli 1873 - enkele maanden na haar overlijden - niet meer heeft mogen meemaken, heeft ze het gefluit van stoomlocomotieven waarschijnlijk wel nog gehoord, daar het geluid kilometers ver draagt. Het zien en horen van zo’n grote machine moet in die tijd veel indruk hebben gemaakt.
In 1878 is het gehele traject in gebruik genomen. Het Duitse grensstation was station Goch en het Nederlandse grensstation was Gennep. Omdat deze lijn de kortste verbinding vormt tussen Londen en Moskou, komt er veel verkeer over en dit leidt tot bloei in Gennep. Hiermee krijgt Gennep ook een sterke verbinding oost-west en komt het helemaal uit zijn isolement.
Op de uitsnede van een kaart uit 1890 is goed te zien dat Rijksweg ook als verbinding ging dienen tussen de oude stad en het station.
Een wederom staat de boerderij ‘De Kroon’, belangrijk voor de families Van Well en Goossens, ingetekend op de kaart. Waarom een relatief kleine boerderij op iedere kaart wordt vernoemd is mij niet duidelijk.
1873: Overleden[bewerken]
Maria (69) overlijdt op 12 maart 1873 in Gennep, Limburg, Nederland41.
Na haar dood vinden we in de archieven van Gennep Maria nog terug als vrouw van Peter Goossens (77) toen hij op 27 juni 1885 te Gennep was gestorven42. Verder als moeder bij het overlijden van haar zoon Johannes (50) op 14 maart 188643 uit haar eerste huwelijk met Jacobus van Well en bij het overlijden van dochter Maria (49) op 12 augustus 188844 uit haar tweede huwelijk met Peter Goossens.
Nageslacht[bewerken]
Epiloog[bewerken]

Maria van de Loo heeft veel kinderen gekregen, die ook nog eens allemaal de volwassen leeftijd hebben gehaald en dat laatste is best bijzonder voor die tijd. Dit betekent dat ze veel nakomelingen heeft en hiermee genealogisch relevant is; zij is opgenomen in veel stambomen.
Maria was beide keren getrouwd met een partner uit een familie met aanzien en veel grondbezit.
Heel bijzonder is het, dat Maria zonder haar regio te verlaten in veel verschillende staten heeft gewoond. Hoe hebben zij en haar directe buren dit ervaren? Als je boeken en artikelen over die tijd bestudeert, lees je hierover tegenstrijdige verhalen. Er wordt gesproken over separatistische bewegingen, maar ook over een bevolking die het allemaal gelaten over zich heen liet komen.
Veel van deze verhalen gelezen te hebben, kom ik tot de volgende conclusie. Het nieuwe Limburg van Maria had nooit bestaan; het was een lappendeken van voordien veel verschillende graafschappen en heerlijkheden en in het uiterste zuiden een heel klein stukje van het historische hertogdom Limburg, dat nu overigens bijna volledig in de provincie Luik ligt. Ieder gebiedje had zo zijn eigen dialect en zijn eigen geschiedenis. Maria zal zich dan ook zeker nooit Limburger hebben gevoeld.
Had ze wel een voorkeur voor een bepaalde nationaliteit? De mensen in het uiterste noorden van Limburg hadden al eeuwen aan Hertogdom Kleef toebehoord; waren voornamelijk katholiek en spraken Kleefslands. De Franse revolutionaire bezetter stond een secularisering van de maatschappij voor en voerde het Frans als de officiële taal in. En vervolgens kwamen de calvinistische Hollanders in beeld. Zij bemoeide zich ook al met de katholieke kerk en voerde het Nederlands in als de officiële taal. En toen kwam België. Voor de toenmalige maatstaven een moderne staat, waar bijna iedereen katholiek was de meeste Nederlandstalige dialecten uit dezelfde taalfamilie kwamen, duidelijk anders dan de dialecten uit Holland45. Ik denk dan ook dat Maria de voorkeur gaf aan de aansluiting bij de Duitse Bond. Dit, omdat zij vroeger deel uitmaakte van de Duitse gebieden en veel van haar familieleden daar nog steeds woonden. Een goede tweede keuze was België. Maar invloed hierop had ze niet en dus zal ze inderdaad de samenvoeging met Nederland over zich heen hebben laten komen.
Biografieën van partners en de kinderen[bewerken]
Jacobus van Well jr.[bewerken]
Als voorvader heeft Jacobus van Well jr. (1787-1838) een eigen pagina.
Peter Goossens[bewerken]
Zo als we in hoofdstuk ‘ All in the family’ hebben gezien is Peter Goossens (1808-1885) geen directe voorouder van mij, maar wel een zoon van mijn voorouder Peter Goossens (1777-1856) en Maria Keukens en vervolgens getrouwd met mijn voorouder Maria van de Loo (1803-1873). Hij is op 29 augustus 1808 in Gennep in Departement de la Roër geboren en in de Franse geboorteakte als Pierre ingeschreven, maar werd in de omgang Peter genoemd. Voor meer informatie over Peter jr. verwijs ik naar zijn biografie.
Als Maria (69) op 12 maart 1873 in Gennep overlijdt, Limburg, Nederland 41 trouwt zoon Johannes Hendrikus kort daarop in op het ouderlijke bedrijf; vader Peter jr. en broer Leonardus blijven er wonen. Leonardus tot zijn huwelijk en vader Peter (77) tot zijn overlijden op 27 juni 1885. Ook zijn vier zonen zouden allen een respectabele leeftijd bereiken, in volgorde van hun geboortedatum 81, 73, 93 en 80 jaar.
Bronnen en notities[bewerken]
- Meertens Instituut. (z.d.). NVB : voornaam Maria. Geraadpleegd op 19 november 2020 [1]
- WikiPedia Ottersum geschiedenis. (z.d.-a). Geraadpleegd op 19 november 2020 [2]
- Van der Horst, J. M., Van Leuvensteijn, J. A., Pijnenburg, W., & Van den Toorn, M. C. (1997). Geschiedenis van de Nederlandse taal. Amsterdam University Press
- Charlotte Giesbers, de taalonderzoekster uit Groesbeek promoveerde (in 2008) op haar onderzoek naar deze streektaal, het Kleverlands.
- E.M.Th. Nuyens, ‘De staatkundige geschiedenis der provincie Limburg vanaf haar ontstaan tot aan haar uiteenvallen in 1839’, Maastricht 1956 (Werken LGOG, dl. 2); zie ook R.M. Delahaye, e.a. ‘De Archieven in Limburg’, Alphen a/d Rijn 1986, blz. 3-11
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 3, 18 april 1823, aktenummer 25 (huwelijk met Jacobus van Well)
- Duitsland, huwelijken, 1558-1929, Indexeren Project (Batch) Nummer: M96067-1; GS film nummer: 174443
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 3, 6 jul 1822, aktenummer 46 (overlijden Johanna Maria Elisabeth Jansen)
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 171
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 170
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 3, 13 december 1824, aktenummer 63 (geboorte Jacobus)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 3, 14 januari 1827, aktenummer 5 (geboorte Willem)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 3, 25 augustus 1829, aktenummer 40 (geboorte Hermanus)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 4, 20 februari 1832, aktenummer 17 (geboorte Geertruida) link
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 4, 28 april 1835, aktenummer 41 (geboorte Johannes)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 21, 27 augustus 1856, aktenummer 11 (huwelijk Jacobus)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 21, 1 mei 1852, aktenummer 6 (huwelijk Willem)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 21, 15 april 1852, aktenummer 4 (huwelijk Geertruida)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 20, 21 april 1860, aktenummer 6 (huwelijk Johannes)
- Burgerlijke Stand in Gelderland, Groesbeek, archief 0207, inventarisnummer 4528, 18 april 1858, aktenummer 6 (huwelijk Hermanus)
- Maas, T. (2021, 18 januari). Boer uit Kleef gaat viraal met filmpjes in grensoverschrijdend dialect: kunt u dit verstaan? Gelderlander
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.028, inventarisnummer 5, 12 februari 1838, aktenummer 13 (overlijden met Jakobus van Well)
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 136
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 139
- J.F.R. Philips e.a.., Geschiedenis van de Landbouw in Limburg 1750 – 1914 (Assen 1964) 128
- J. Derix e.a., De geschiedenis van de Venraysche schaapscompagnieën, I (Venlo 1982) 7
- Jappe Alberts, Geschiedenis, II, 211
- Jappe Alberts, Oorsprong, 168
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 139
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 6, 12 december 1838, aktenummer 71 (huwelijk met Peter Gossens)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 5, 1 juli 1839, aktenummer 27 (geboorte Anna Maria)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 5, 28 januari 1841, aktenummer 5 (geboorte Karel)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 5, 27 november 1842, aktenummer 54 (geboorte Peter)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 6, 14 december 1845, aktenummer 56 (geboorte Johannes Hendrikus)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 6, 11 mei 1848, aktenummer 16 (geboorte Leonardus)
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 140
- Goossens, H. M. (1978b). De Familie Goossens: Pagina 140
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 7, 4 augustus 1857, aktenummer 27 (geboorte dochter van Jacob van Bergen en Theodora Kamps)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 21, 20 februari 1870, aktenummer 2 (huwelijk Peter)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 21, 10 februari 1869, aktenummer 1 (huwelijk Maria)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 25, 13 maart 1873, aktenummer 12 (overlijden Maria van de Loo)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 25, 27 juni 1885, aktenummer 25 (overlijden man Peter Goossens)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 25, 15 maart 1886, aktenummer 12 (overlijden zoon Johannes van Well)
- Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 25, 13 augustus 1888, aktenummer 26 (overlijden dochter Maria Goossens
- Indeling van de Nederlandse dialecten volgens Jo Daan
- Ottersum. (z.d.). Atlasenkaart. Geraadpleegd op 10 januari 2022, van link
- Ottersum (z.d.-b). In vroeger tijd. Geraadpleegd op 10 januari 2022, van link
- Burgerlijke Stand in Limburg, Ottersum, archief 12.083, inventarisnummer 23, 19 april 1880, aktenummer 8 (huwelijk zoon Johannes Hendrikus Goossens) [3] link
- Geschichtliches. (z.d.). Spargeldorf Kessel. Geraadpleegd op 3 maart 2022, van link
- Johrin Visser. (2020, 3 juni). Waar de Niers langs kronkelwegen bij een burcht de Maas ontmoet. Geldersgenootschap. Geraadpleegd op 3 maart 2022, van link
- Van R. Goossens, de auteur
- Wikipedia pagina: Lijst van benamingen voor generaties link
- Loo-Blätter, april 1935, pag. 60 en 61
- Loo-Blätter, juli-augustus 1936, pag. 41-44
- G.A.O. Oudste kadasterkaarten: Omstreeks 1730 vinden wij als eigenaren van boerderijen te Ottersum: de Ottersumse of Tiltenhof, thans P. van Bergen-Cöp: Herr von Raesbergen; Hessenbergshof, thans P. van de LooWeijers (stam Kessel-Schaerhof): Herr Geheimrath Schmettbach; de Heuvel, thans H. Stoffelen-Hopman: Herr von Diepenbruch zu Buldern; Dinnisenhof in de Aaldonk, thans J. Cöp-Engels : Hen Rath Forell; Heukelumshof, thans fam. P. ten HaafWeijers: eveneens Herr Rath Forell, de schepen G. Erpers was eigenaar van de boerderij thans bewoond door de familie Antoon Janssen. De Damse Hof was van Hen von Schüpplenberg. Zelder was en bleef herengoed tot in deze tijd. De Vogelzang ging eerst in 1918 van de graaf van Afferden te Hoermond over in handen van Jacob Krebbers, die sedert 1919 zelf de hof bewoont.
- Gennep en Ottersum bezaten nog uitgestrekte heide- en turfgronden in gezamenlijk gebruik van de inwoners van beide plaatsen. De oppervlakten van deze eigendommen waren als volgt: de Panovense en Zelderse Heiden samen 575 morgen en 444 roeden; de Looijer Heide over de Niers was 250 morgen groot; het Turfven 245 morgen en 405 roeden. 50) Ofschoon men al vrij spoedig begon te vergaderen, is van verdeling aanvankelijk niets gekomen. Men maakte geen haast om een eeuwenoud rustig bezit aan anderen af te staan. In 1770 verzocht de Domeinenkamer te Kleef, dat Gennep en Ottersum haar 105 morgen zouden afstaan van de Zelderse Heide. Zij was voornemens daarop enige Mennonitische gezinnen te vestigen, die tot ontginning der heide wilden overgaan. Aan dit verzoek werd niet voldaan, omdat ook inwoners van Gennep, Ottersum en naaste omgeving gaarne in aanmerking zouden komen, om een stuk woeste grond in erfpacht te krijgen.
- Dr. Robert Schol ten. Das Cistercienserinnen-Kloster GrafenthaI oder Vallis Commitis Zll Asperden im Kreise Kleve. 1899. Urkunden Pagina 215.
- G.A.O. Oudste kadasterkaart en verder mededeling van H. Stoffelen op de Heuvel.
- Vader was Johann Jansen en moeder was Hester Planken
- Gerardus (Gerard) van de Loo, gedoopt op 15 maart 1775 in Asperden en overleden op 15 augustus 1858 in Ottersum
- Welbert (ook Wilbert) van den Berg, geboren ca. 1737 en overleden op 15 november 1782 in Ottersum
- Gekregen van Richard van de Loo in 2022
- Anna Catharina Reintjes, gedoopt op 23 juni 1741 in Hommersum en overleden op 3 februari 1814 in Ottersum
- Johannes Friedericus van de Loe, gedoopt op 16 juni 1717 in Asperden en overleden op 17 maart 1778 in Asperden
- Johanna Catharina Burgers, gedoopt op 15 september 1734 in Uedem Zoek alle personen met gebeurtenissen in deze plaats en overleden op 23 februari 1782 in Asperden
- Foto van Richard Goossens
- Foto gekregen van Henk Jaspers
- Schema van families van Richard Goossens