Deel 20: Geslacht Van Groesbeeck

Uit OpenWiki
Versie door NL>R.w.goossens@gmail.com op 31 jan 2022 om 00:43 (→‎Inleiding)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Inleiding

Reeds in 1040 schonk koning Hendrik III aan zijn waldgraaf van het Rijkswald een hof in het dorp Groesbeek met al zijn toebehooren, blijkbaar een aanzienlijke bezitting uitmakende. Zijn opvolgers, erfelijke waldgraven (althans waarschijnlijk in een gedeelte van het Rijkswald), namen den naam der heerlijkheid aan 12. De familie had haar macht en invloed te danken aan het erfelijke ambt van waldgraaf in het Rijkswald tussen Nijmegen en Kleef 10. Het waldgraafschap is te vergelijken met het ambt van opperhoutvester van een kroondomein. Het kroondomein van het Rijkswald was een rechtstreeks leen van de Duitse Keizers in de 11e en 12e eeuw. Tijdens hun verblijf op de Valkhofburcht te Nijmegen diende dit kroondomein voor de jacht.

Tot het einde der 14de eeuw bleven zij leenmannen des Rijks, maar in 1403 ontving Johan van Groesbeek het dagelijksch gericht van het dorp en het kerspel van den hertog van Gelder in leen.

De familie Van Groesbeek is vanaf 1335 ruim drie eeuwen lang heer en meester in de heerlijkheid Heumen. Rond 1335 trouwt Johan II van Groesbeek met Beije van Heumen, erfdochter van Segen van Heumen (1266-). Zo komt de heerlijkheid met donjon aan de Maas in bezit van de heren Van Groesbeek, die zich ook Heer van Heumen gaan noemen. Johan II bouwt de donjon van de ridders van Heumen uit tot een kasteel. De burcht wordt mettertijd omgevormd tot een waterburcht met versterkte hoektorens en een gracht. Echter, in de zestiende eeuw gaat deze machtige vesting bijna aan oorlogsgeweld ten onder.

Herkomst van de naam Van Groesbeeck

I. Jan van Groesbeeck I (1240-)

II. Jan van Groesbeeck II (1270-1326) (56 jaar)

III. Johan III van Groesbeeck (1293-1342)

Johan (Jan) III van Groesbeeck (1293-1342) is in 1293 geboren. Rond 1335 trouwt Johan II van Groesbeek met Beije van Heumen (1300-1350), erfdochter van Segen van Heumen (1266-). Zo komt de heerlijkheid met donjon in bezit van de heren Van Groesbeek, die zich ook Heer van Heumen gaan noemen. Johan II bouwt de donjon van de ridders van Heumen uit tot een kasteel. Het paar krijgt de volgende kinderen:

  1. Jutta van Groesbeeck (1325-1385)
  2. Jan van Groesbeeck IV (1335-1403)
  3. Seger van Groesbeeck IV (1340-1405)

Jan van Groesbeeck (49) is in 1342 overleden.

IV. Seger II van Groesbeck (1340-1405)

Seger van Groesbeeck is in 1340 geboren. Seger is ridder. Hij draagt kasteel en heerlijkheid Heumen op aan de hertog van Gelre en ontvangt het in 1402 als leengoed. Hij trouwt met Margaretha van Bylandt (±1340-) en krijgt de volgende kinderen:

  1. Sophia van Groesbeek (1362-1429)
  2. Jan van Groesbeeck V (1375-1431)

Seger van Groesbeeck (65) is in 1405 overleden.

V. Johan IV van Groesbeeck (1402-1470)

Johan (Jan) IV van Groesbeeck is in 1402 geboren. Hij was ridder en heer van Heumen en Malden, waldgraaf over het Reichswald. Met hem beginnen de meningsverschillen tussen de Heren van Heumen en de prior van St. Walrick over de grenzen van de bezittingen en de betaling van tienden. De twee partijen hebben meer dan honderd jaar nodig om tot een oplossing te komen. In 1455 komt de eerste overeenkomst tot stand en in 1541 de definitieve slotovereenkomst. Johan trouwde Hadewich van Redinckhaven

Johan IV van Groesbeeck (68) is in 1470 overleden.

VI. Seger IV van Groesbeeck (1436-1485)

Seger IV van Groesbeeck (1436-1485) is in 1436 geboren en was een buitenechtelijke zoon van een ridder Johan van Groesbeeck, heer van Heumen, Malden en Beek. Hij trouwt met Elisabeth van Vlodorp, dochter van Willem van Flodrop (1410-1493) en Cėcile de Hamal van Elderen (1430-1492) en krijgt een dochter:

  1. Itgen van Groesbeeck (1456-1519)

VII. Itgen van Groesbeeck (1456-1519)

Itgen van Groesbeeck (1456-1519) Echtgenote Itgen was een dochter van Seger van Groesbeeck, die net als Bruen een buitenechtelijke zoon was van een ridder, namelijk ridder Johan van Groesbeeck, heer van Heumen, Malden en Beek. Via haar grootvader Johan van Groesbeeck heeft Itgen mogelijk een overgrootmoeder uit de familie Van der Straten en zelfs een betovergrootmoeder uit de familie Van Kleef.

Enkele aantekeningen over de adelijke familietak

De Van Groesbeeks zijn katholiek en Spaansgezind. Ze verhuizen rond 1500 naar het huidige Belgisch Limburg. Kasteel Heumen en de belangen in de heerlijkheden worden dan door een rentmeester behartigd. Tijdens de strijd tussen Karel van Gelre en de stad Nijmegen raakt het kasteel rond 1527 beschadigd, maar wordt hersteld, uitgebreid en verder versterkt met gracht en hoektorens.

Huwelijkse voorwaarden
Bij de huwelijke van kinderen van adel werden zorgvuldig huwelijkse voorwaarden opgesteld. Zo ook bij op 1514 augustus 29 (op Sinte Johansdach baptist decollacionis):
Johan van Groesbeeck, heer tot Hoemen, Malden en Beeck, en Johan van Goeyr tot Heel richten huwelijksvoorwaarden op tussen Johan van Groesbeeck vnd. en Bertha van Goeyr, dochter van Johan van Goeyr vnd.11.

Rechtspreken
In 1527 krijgt Johan van Groesbeeck ook het recht op uitspreken van vonnissen uit. Hij kan zelfs mensen veroordelen tot de galg op de Galgenhei. Omdat het rechten van de heer zijn, noemt men die 'heerlijke rechten'. Het gebied waar die rechten gelden, heet 'Heerlijkheid'. Groesbeek is zo’n heerlijkheid. De laatste Heer van Groesbeek heet ook Johan. Hij krijgt geen zoon. Wel een dochter, die trouwt met edelman Johan van Merode. Na haar dood sterft de adellijke familienaam 'Van Groesbeek' uit. De heerlijke rechten gaan over op andere families. De nieuwe ‘Heren van Groesbeek’ wonen hier helemaal niet. Zij ontvangen wel de inkomsten uit de rechten.

1568: Schild redt Johan
Het wapen van Groesbeek siert het schild van ridder Zeger. Dat schild redt in 1568 zijn leven, als de Geuzen de Spanjaarden in een moerassig gebied drijven. De helft van het leger sneuvelt. Het schild van Ridder Zeger beschermt hem tegen een dodelijke pijl. Hij ontsnapt aan de dood 9.

1574:Verblijf spaanse troepen op kasteel Heume
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog verblijven de Spaanse troepen aan de vooravond van de slag op de Mookerhei op 14 april 1574 op het kasteel. In 1584 en 1585 vallen de Spanjaarden het kasteel meermalen aan. Een list met 150 Spaanse soldaten die zich onder een lading tarwe verstoppen om het kasteel in te nemen, mislukt. Onophoudelijke beschieting van het kasteel door de Spanjaarden treft wel doel. Het oostelijk deel van het kasteel wordt daarna afgebroken 5,6,7.

Armengeld
Na 1750 komen er klachten over de rechtspraak in Groesbeek. In 1768 besluit de laatste eigenaar de Heerlijkheid Groesbeek aan de Staten van Gelderland te verkopen. Een deel van het geld is voor de armen bestemd. Tot de Franse Tijd zijn de Staten van Gelderland de 'Heer van Groesbeek'.

1798: Einde heerlijkheid
In 1798 komt er voor altijd een einde aan de heerlijkheid. Groesbeek wordt dan een gemeente. Dat blijft zo tot 2014. Dan wordt Groesbeek samengevoegd met Ubbergen en Millingen tot de gemeente 'Berg en Dal’.

Bronnen en notities

  1. Zie artikel artikel van Richard van den Loo: Bruen van den Loe en zijn gezin, met bijzondere aandacht voor de Kleefse kanun- nik Seger van den Loe. In: Loo-Kroniek nr. 48, 1999, p. 1-19.
  2. Voor Overelve is dit een lijvig handschrift in het Landesarchiv Nordrhein-Westfalen, Duisburg; Stift Xanten, Akten Nr. 32a, fol. CLXXV (nieuwe nummering 184). Een kopie en transcriptie van de pa- gina in dit handschrift met de erfopvolging op Overelve staan afgebeeld in het artikel van Joost van der Loo: Het goed Overelve, verwerving en vererving. In Loo-Kroniek Nr. 15, 1979, 19-23. Voor de hoeve Kleynvordt verwijs ik naar: Dieter Kastner (2004): Die Urkunden des Gräflich von Loëschen Archivs von Schloss Wissen. Regesten, Band I, 1245-1455. Brauweiler. Urkunde Nr. 474, 10 Okto- ber 1436. S. 175.
  3. In de middeleeuwen waren er verschillende vormen van bezit van onroerend goed. Naast het vrije eigendom, had men goederen waarover de bezitter nog een bepaalde belasting (tijns of cijns) ver- schuldigd was. Daaraan lag meestal een leenverhouding ten grondslag. Daarnaast had men zoge- heten lijfgewinsgoederen, waarbij ook sprake was van een belasting, die echter werd voldaan wan- neer na een overlijden een nieuwe rechthebbende aantrad. Die rechthebbende had dan de eerste, tweede of zelfs derde hand (een bepaald recht) op dat goed. Voor nadere informatie over deze begrippen verwijs ik naar: Joost van der Loo: Korte verklaring der begrippen Latenrecht en Lijfge- win. Loo-Kroniek nr. 6, oktober 1947, 14-17.
  4. Dieter Kastner (2005): Die Urkunden des Gräflich von Loëschen Archivs von
  5. Jan Vredenburg (eindred.), Kastelen in Gelderland, Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2013, p. 266.
  6. Marijne Magnée-Nentjes, Harrie Joosten en Tini Martens, Het verdwenen kasteel Heumen en zijn bewoners, 1188-1880. Resten van een kleurrijk verleden, Erfgoedreeks nr. 2, Erfgoedplatform Gemeente Heumen 2016.
  7. Kasteel Heumen 1188–1585. (z.d.). MijnGelederland. https://mijngelderland.nl/inhoud/verhalen/kasteel-heumen-1188-1585
  8. H. Biemans, 'Criminele momenten in de geschiedenis van Groesbeek', in: A. Bosch en J. Schmiermann (red.), Van Gronspech tot Groesbeek. Fragmenten uit een lokaal verleden 1040-1940 (Nijmegen/Groesbeek 1991), p. 109-122
  9. J. Mooren e.a., Definitief Archeologisch Onderzoek, BAAC rapport 0.034 (mei 2006).
  10. J.S.L.A.W.B. Roes: De waldgraaf van het (neder)rijkswald, 1405-1543. In: Bijdragen en mededelingen Gelre, deel 87, 1996, Arnhem, p. 6-31.
  11. Huis de Cannenburg. (z.d.). GeldersArchief; Afschrift in inv. nr. 742. Toegangsnummer: 0407 Huis De Cannenburg https://www.geldersarchief.nl/bronnen/archieven?mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=1&micode=0407&minr=740283&miview=inv2;
  12. Gezin van Johan van Groesbeek. (z.d.). Genealogieonline. Geraadpleegd op 30 januari 2022, van https://www.genealogieonline.nl/kwartierstaat-gijs-en-frank-edelbroek/I16527.php