Samenvatting Familie Goossens
Deel 1 behandelt zoals uitgelegd in ‘leeswijzer’ de patrilineaire stamreeks van mijn familie Goossens. We kennen niet de namen van onze stamouders en we weten ook niet wanneer en waar ze zijn geboren. Maar we kennen wel de namen van hun vijf zonen en twee dochters en daarmee hebben ze toch een plaats in deze familiekroniek verdiend.
Ik spreek overigens van ‘onze’ familie Goossens, omdat er vele families met de naam Goossens bestaan en ik verwacht dat deze kroniek alleen door leden van ‘onze’ familie zal worden gelezen. Ik hoop, dat later als mijn kinderen en kleinkinderen op leeftijd zijn, net als ik nieuwsgierig worden naar hun ‘roots’ en ook zij zich gaan afvragen: “Wie waren mijn ouders, wie waren mijn grootouders en wie waren dienst voorouders; waar leefden ze en wat deden ze?” Deze samenvatting is een beknopt overzicht van de geschiedenis onze familie Goossens.
Sinds 2000 is het mogelijk om ook naast genetische weg naar je verleden te kijken. Onderzoek naar mijn erfelijk materiaal heeft me geleerd, dat in patrilineaire lijn onze familie Goossens behoort tot de haplogroep R1b. Leden van deze groep zijn via vader op vader de directe afstammelingen van Europa’s eerste moderne mensen, bekend als de Cro-Magnonmensen. Zij arriveerde ongeveer 35.000 jaar geleden in Europa, in een tijd waarin ook nog Neanderthalers in Europa leefden. De Cro-Magnons maakten al geweven kleding en hutten die bestand waren tegen het ijskoude klimaat van het Paleolithicum. Ze gebruikten verder relatief geavanceerde tools van steen, bot en ivoor en hun sieraden, houtsnijwerk en ingewikkelde, kleurrijke grotschilderingen getuigen van een geavanceerde cultuur. Onze familie Goossens behoort tot de Z18 ‘subclade’ van de R-U106 ‘branche’ van de haplogroep R met de hoogste concentraties in Nederland en Noord-Duitsland. Dus leden van onze familie Goossens wonen in patrilineaire lijn al heel lang in deze regio.
Nu iets over onze naam. De naam Goossens is een patroniem en afgeleid van de voornaam Goos met -sen (=zoon) en verbogen met een -s. Dus voluit geschreven Gooszoonszoon. De naam Goos(en) is ontstaan uit Gozewijn, een tweestammige Germaanse naam waarvan het eerste lid een volksnaam is: de Goten. Het tweede lid is 'vriend'. In de Middeleeuwen was Gozewijn een vrij veel voorkomende naam in de Nederlanden, bijvoorbeeld bisschop Gozewijn van Utrecht. Daarom zijn er ook talrijke geslachten Goossens ontstaan. Dit betekent dat mensen met de achternaam Goossens niet automatisch familie van elkaar zijn en omgekeerd een afwijkende spelling van Goossens niet automatisch betekent dat ze geen familie van elkaar zijn.
Onze stamvader woonde en werkte in de Kempen, een zanderige en dus onvruchtbare vlakte, slechts begroeid met purperen hei. In de 17de eeuw werd het landschap zo af en toe onderbroken door een moeras of het schamele erf van een keuterboer. De economie van de Zuidelijke Nederlanden verbleekte naast de Gouden Eeuw van de noorderburen. Veel Vlamingen, Brabanders en zelfs Walen zochten dan ook hun heil in het noorden. De bevolking van de Spaanse Nederlanden en het Prinsdom Luik was rooms-katholiek. Onze stamvader en overigens ook zijn oudste zoon Cornelis Goossens waren godvrezende keuterboeren en woonden in de omgeving van Hamont, de meest noordelijke stad van het graafschap Loon. Het territorium van het graafschap kwam grotendeels overeen met dat van het huidige Belgisch Limburg. Ook toen vormde de Maas de oostgrens. Loon was in persoonlijke unie met het prinsbisdom Luik en is officieel nooit onderdeel geweest van de Bourgondische, Spaanse en ook niet de Oostenrijkse Nederlanden. Vanaf 1750 gaat het economisch snel bergafwaarts in de Zuidelijke Nederlanden, ook in Loon. Kinderen worden om financiële redenen steeds vroeger in het arbeidsproces ingeschakeld en gaan minder vaak naar school. Op het platteland is de macht van de adel en de rooms-katholieke geestelijkheid nog steeds groot en de contacten met steden minimaal, zodat de instroom van nieuwe ideeën beperkt is.