Samenvatting Familie Goossens

Uit OpenWiki
Versie door Admin (overleg | bijdragen) op 14 apr 2022 om 20:43
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Deel 1 behandelt zoals uitgelegd in ‘leeswijzer’ de patrilineaire stamreeks van mijn familie Goossens. We kennen niet de namen van onze stamouders en we weten ook niet wanneer en waar ze zijn geboren. Maar we kennen wel de namen van hun vijf zonen en twee dochters en daarmee hebben ze toch een plaats in deze familiekroniek verdiend.

Bestand:Patrilineaire stamreeks familie Goossens.png
Patrilineaire stamreeks familie Goossens

Ik spreek overigens van ‘onze’ familie Goossens, omdat er vele families met de naam Goossens bestaan en ik verwacht dat deze kroniek alleen door leden van ‘onze’ familie zal worden gelezen. Ik hoop, dat later als mijn kinderen en kleinkinderen op leeftijd zijn, net als ik nieuwsgierig worden naar hun ‘roots’ en ook zij zich gaan afvragen: “Wie waren mijn ouders, wie waren mijn grootouders en wie waren dienst voorouders; waar leefden ze en wat deden ze?” Deze samenvatting is een beknopt overzicht van de geschiedenis onze familie Goossens.

Sinds 2000 is het mogelijk om ook naast genetische weg naar je verleden te kijken. Onderzoek naar mijn erfelijk materiaal heeft me geleerd, dat in patrilineaire lijn onze familie Goossens behoort tot de haplogroep R1b. Leden van deze groep zijn via vader op vader de directe afstammelingen van Europa’s eerste moderne mensen, bekend als de Cro-Magnonmensen. Zij arriveerde ongeveer 35.000 jaar geleden in Europa, in een tijd waarin ook nog Neanderthalers in Europa leefden. De Cro-Magnons maakten al geweven kleding en hutten die bestand waren tegen het ijskoude klimaat van het Paleolithicum. Ze gebruikten verder relatief geavanceerde tools van steen, bot en ivoor en hun sieraden, houtsnijwerk en ingewikkelde, kleurrijke grotschilderingen getuigen van een geavanceerde cultuur. Onze familie Goossens behoort tot de Z18 ‘subclade’ van de R-U106 ‘branche’ van de haplogroep R met de hoogste concentraties in Nederland en Noord-Duitsland. Dus leden van onze familie Goossens wonen in patrilineaire lijn al heel lang in deze regio.

Nu iets over onze naam. De naam Goossens is een patroniem en afgeleid van de voornaam Goos met -sen (=zoon) en verbogen met een -s. Dus voluit geschreven Gooszoonszoon. De naam Goos(en) is ontstaan uit Gozewijn, een tweestammige Germaanse naam waarvan het eerste lid een volksnaam is: de Goten. Het tweede lid is 'vriend'. In de Middeleeuwen was Gozewijn een vrij veel voorkomende naam in de Nederlanden, bijvoorbeeld bisschop Gozewijn van Utrecht. Daarom zijn er ook talrijke geslachten Goossens ontstaan. Dit betekent dat mensen met de achternaam Goossens niet automatisch familie van elkaar zijn en omgekeerd een afwijkende spelling van Goossens niet automatisch betekent dat ze geen familie van elkaar zijn.

Onze stamvader woonde en werkte in de Kempen, een zanderige en dus onvruchtbare vlakte, slechts begroeid met purperen hei. In de 17de eeuw werd het landschap zo af en toe onderbroken door een moeras of het schamele erf van een keuterboer. De economie van de Zuidelijke Nederlanden verbleekte naast de Gouden Eeuw van de noorderburen. Veel Vlamingen, Brabanders en zelfs Walen zochten dan ook hun heil in het noorden. De bevolking van de Spaanse Nederlanden en het Prinsdom Luik was rooms-katholiek. Onze stamvader en overigens ook zijn oudste zoon Cornelis Goossens waren godvrezende keuterboeren en woonden in de omgeving van Hamont, de meest noordelijke stad van het graafschap Loon. Het territorium van het graafschap kwam grotendeels overeen met dat van het huidige Belgisch Limburg. Ook toen vormde de Maas de oostgrens. Loon was in persoonlijke unie met het prinsbisdom Luik en is officieel nooit onderdeel geweest van de Bourgondische, Spaanse en ook niet de Oostenrijkse Nederlanden. Vanaf 1750 gaat het economisch snel bergafwaarts in de Zuidelijke Nederlanden, ook in Loon. Kinderen worden om financiële redenen steeds vroeger in het arbeidsproces ingeschakeld en gaan minder vaak naar school. Op het platteland is de macht van de adel en de rooms-katholieke geestelijkheid nog steeds groot en de contacten met steden minimaal, zodat de instroom van nieuwe ideeën beperkt is.

Laten we nu kennis maken met Cornelis Goossens. De eerste voorvader van wie we de voornaam kennen. Hij trouwt 1728 met Cathrina Struijck (22). Het paar krijgt negen kinderen; vijf zonen en vier dochters. Zijn oudste zoon en ook onze voorouder Arnoldus zou de Gennepse tak starten, Mathias de Hamontse tak continueren, Henricus had geen mannelijke nazaten, Gerardus uiteindelijk voor drie takken zorgen, namelijk de Dordtse tak die in 1933 zou uitsterven, Zuid-Afrikaanse en de Indische tak en Johannes zou de St. Huibrechts-Lille tak startte die in 1936 zou uitsterven. Van Gerard Goossens heb ik als toegift een door hem geschreven familiekroniek uit 1875 opgenomen.

In dit deel beperken we ons tot de Gennepse tak. Arnoldus Goossens wordt in 1730 in Hamont geboren. Hij is al op jonge leeftijd chaudronnier (koperslager) en trekt als Teut vaak naar het noorden, waarbij hij voornamelijk boeren bezoekt om hun koperwerk te repareren. In die tijd was nog heel veel van koper. Het lijkt er op, dat Arnold in 1753/54, bij een van zijn reizen in het stadje Gennep zijn grote liefde tegenkomt en besluit om er te blijven. Feitelijk emigreert hij naar Kleef. Hertogdom Kleef is dan al enkele decennia onderdeel van het Koninkrijk Pruisen, een opkomende macht in Europa. De Pruisen voeren een tolerante religieuze politiek en staan ook toe dat in Kleef het ‘Nederlands’ de officiële taal van bestuur, onderwijs en kerk is. Het familieleven van Arnold wordt achtervolgd door drama’s. In 1755 huwt Arnold (24) in Gennep Johanna Maria Pasmans (20). Het jonge paar krijgt een jaar later een dochtertje, welke al na een maand sterft en tot grote ramp sterft enkele dagen later ook nog eens Arnold’s grote liefde Johanna. In 1760 trouwt Arnold (29) opnieuw, nu met Petronella Hendriks. Ze krijgen drie zonen. Ook Petronella en hun eerste twee zonen zouden veel te vroeg overlijden. In 1770 trouwt Arnold (39) voor de derde keer en nu met de veertien jaar jongere Joanna Janssen (25), mijn oudgrootmoeder. Ze krijgen op oudjaarsnacht van dat jaar hun eerste kind. En weer slaat het noodlot toe. Ook Arnolds vijfde kind sterft als baby. Er zouden in dit huwelijk nog acht kinderen volgen, waarvan velen niet de volwassenen leeftijd zouden bereiken, een van de kinderen sterft bijvoorbeeld tijdens een dysenterie-epidemie.

Arnold zelf wordt daarentegen wel oud en overlijdt pas op 83-jarige leeftijd in Gennep, dat inmiddels in Departement de la Roër la Première République ligt.

Het leven van Peter Goossens is eigenlijk een groot geschiedenisboek. Hij is in 1777 in Gennep geboren. Het stadje lag toen in Hertogdom Kleef in Koninkrijk Pruisen. In 1794 wordt Gennep door de Fransen bezet en enkele jaren later zelfs onderdeel van de Franse Republiek. In 1815 wordt Napoleon bij Waterloo verslagen en in dat zelfde jaar wordt op het Congres van Wenen besloten een grote bufferstaat tussen de twee groot-machten te creëren; het Koninkrijk der Nederlanden met de Oranjes als vorstenhuis. Pruisen staat hierbij alle gebieden ten westen van de Maas af aan het nieuwe koninkrijk. Verder ook een strook land ten oosten van de Maas, zodat Pruisen in de toekomst niet de scheepvaart op de Maas kan beïnvloeden. Men bepaalt met kanonschoten (800 Rijnlandse Roeden, ca. 3 km) hoe ver de grens van de Maas moet komen te liggen. En hiermee wordt het grondgebied van onze voorouders, met plaatsen als Mook, Gennep en Ottersum Nederlands.

Maar niet voor lang, want in 1830 breekt de Belgische Revolutie uit. Limburg sluit zich aan bij de revolutie. Alleen de vestingstad Maastricht blijft in handen van het Nederlandse regeringsleger. Gennep en Ottersum zijn nu de meest noordelijke gemeenten van het nieuwe Koninkrijk België. Met het ‘Verdrag van Londen’ van 1839 wordt de Belgische onafhankelijkheid definitief, maar voor Peter betekent het dat hij wederom van nationaliteit verandert. Het oostelijk deel van Limburg wordt net als het oostelijk deel van Luxemburg een hertogdom van de Duitse Unie en komt daarnaast in een persoonlijke unie met Nederland. Willem I wordt naast koning der Nederlanden, namelijk ook hertog van Limburg en groothertog van Luxemburg. Peter trouwt in 1803 (25) in Gennep met Maria Keukens (24), mijn oudmoeder. Ze krijgen zeven kinderen, en opmerkelijk nagenoeg allemaal met een tussentijd van drie jaar. In 1825 sterft Maria (45) en een jaar later trouwt Peter (47) voor de tweede keer, nu met Elisabeth van de Camp (25) en ook in dit huwelijk worden zeven kinderen geboren. Peter (78) sterft in 1856 in Gennep in Hertogdom Limburg.

Hendrikus Goossens wordt op donderdag 15 april 1813 in Gennep, Departement de la Roër la Première République geboren. Nadat hij, wat we tegenwoordig de basisschool noemen, gaat hij in zijn vaders landbouwbedrijf werken. Hendrik (31) trouwt in 1846 de welgestelde Geertruij (Trui) Stoffelen (28). In de volksmond beter bekend als ‘Trui van den Heuvel’. Gewoontetrouw vindt het huwelijk plaats op het gemeentehuis en in de parochiekerk van de woonplaats van de bruid en dus in Ottersum. Zes jaar eerder had Trui door middel van een ‘schenkingsakte bij het leven’ de boerderij ‘De Kroon’ in Milsbeek van haar vader geschonken gekregen. Na hun huwelijk vestigde het echtpaar Goossens-Stoffelen zich op ‘De Kroon’. Ook zij kregen zeven kinderen. In 1866 kwam er een eind aan de Duitse Bond en werd Limburg een ‘gewone’ provincie van Nederland. Hendrik (68) overleed in 1881 en Trui (66) in 1884 in Ottersum.

Hendrik (Harry) Goossens is op 11 februari 1850 op de boerderij De Kroon in, Milsbeek gemeente Ottersum geboren. Bij zijn geboorte is Willem III net koning der Nederlanden en zoals zijn vader en grootvader hertog van Limburg en groothertog van Luxemburg. De levensverwachting van Harry bij zijn geboorte is 41 jaar. Het is een tijd vol met strenge zeden, kuisheid, maar ook de tijd van grote veranderingen, namelijk de tijd van de industriële revolutie. In 1883 trouwt Harry (33) met Maria Catharina van Well (23), mijn overgrootmoeder. Hoewel Harry als oudste zoon normaal gesproken de boerderij van zijn ouders had moeten overnemen, vestigt het jonge paar zich niet op ‘De Kroon’, maar neemt het jonge echtpaar hun intrek in de grote pachtboerderij ‘De Repelvoort’ met ongeveer 50 hectare grond. In Beers, in de Overmaase (aan de andere kant van de Maas), zoals men dat daar destijds noemde. Volgens de overleveringen was Kaatje niet ‘een goede partij’ voor Harry. Zij brengt onvoldoende geld in en is verder onvoldoende boerin. Mogelijk is er ook nog zo iets als een stille afkeuring dat Harry, die niet over een al te beste gezondheid bezit, toch een eigen bedrijf en gezin wenst te stichten. Harry moet regelmatig bloed spugen en is nauwelijks in staat om mee te werken op de boerderij en Kaatje heeft de zorg over de vele kinderen. De ingehuurde arbeiders maken hier schromelijk misbruik van en het echtpaar wordt dan ook vaak grof bestolen. Harry en Kaatje moeten regelmatig door zijn ouders, broers en zusters op de boerderij en in het huishouden worden geholpen. Verarmd kwamen zij in 1884/85 terug in Ottersum en pachten daar een kleinere boerderij op de Aaldonk. Harry (47) is in 1896 in Ottersum overleden en Maria (66) in 1926.

Na de oorlog gaat Harry ook landbouw- en huishoudelijke gereedschappen verkopen, die hij vanuit Duitsland importeert. Door de hyperinflatie in het na-oorlogse Duitsland is daar alles nu heel goedkoop. Vanaf 1924 gaat het economisch minder en een jaar later verkoopt Harry zijn bedrijf en verhuist met het gezin naar Broekhuizen. In 1933 verhuist het gezin van het Wellerlooi naar Venray en in 1937 naar het Brabantse Vierlingsbeek. Harry gaat zich weer toeleggen op vetweider en koopt in het voorjaar ongeveer 35 runderen, een achttal koeien wordt gemolken en de rest wordt als slachtvee gehouden. In de vroege ochtend van 10 mei 1940 vallen de Duitsers ons land binnen. Maar aan hun kant van de Maas wordt nauwelijks weerstand geboden. De mensen in Vierlingsbeek weten de eerste dagen van de bezetting hun houding ten opzichte van de Duitsers niet te bepalen. Er is altijd met een zeker respect over Duitsland en Duitsers gesproken en Holland ligt ver weg. In 1944 ligt Vierlingsbeek aan het front van de strijd om Overloon en moeten de bewoners snel hun huizen verlaten. Niet lang erna ligt het dorp grotendeels in as, zo ook het huis van Harry en Moeke. Na de oorlog wonen ze eerst ruim een jaar onder de meest denkbare moeilijke omstandigheden; namelijk in een kippenhok van de overbuurman. Later wordt er een noodwoning gebouwd op het terrein naast de vroegere boerderij. Later zouden de kinderen Harry en Moeke nog stimuleren om een nieuwe woning te bouwen of te kopen. Echter, na alles wat ze in en na de oorlog hadden moeten meemaken, is de oude veerkracht gebroken en komt het er niet meer van. Moeke beleeft in 1949 nog een hoogtepunt, wanneer ze met Gerard en Greta een bedevaart naar Lourdes maakt. Om verder verkommering te voorkomen neemt zoon en priester Gerard het besluit om overplaatsing naar de Roermondse clerus aan te vragen. Hierna neemt hij in 1958 zijn ouders bij zich in huis. In de nazomer 1960 wordt Gerard van Spekholzerheide overgeplaatst naar Echt. Enkele weken later, overlijdt hier Harry (76) na een kort ziekbed. Moeke (74) sterft twee jaar later. Harry en Moeke zijn in Echt begraven.