Theodorus Hendrikus Goossens (1830-1904)
Geboren[bewerken]
Theodorus Hendrikus Goossens, zoon van Petrus Hendrikus Goossens (1777-1856) en zijn tweede vrouw Elisabeth Van De Camp (1801–1868), is op 4 april 1930 geboren in Gennep in Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Hij is vernoemd naar zijn twee jaar eerder geboren broer met dezelfde naam, die was overleden.
Levensverwachting[bewerken]
De levensverwachting bij Theodorus geboorte was nog steeds laag. Dit, omdat veel kinderen stierven aan kinderziekten, in het kraambed, of als vondeling. Ongeveer een kwart van de baby’s stierf voor het eerste levensjaar. Zelfs vele jaren later, in 1878, zouden er in Gennep 45 kinderen sterven aan een besmettelijke keelziekte en moesten de scholen hun deuren sluiten. Dit betekent niet dat je destijds niet oud kon worden, want voor 20-jarigen was de levensverwachting al vijfenzestig.
1830: Koninkrijk België[bewerken]
In 1830 sloot geheel Limburg, met uitzondering van Maastricht en Mook, waar Nederlandse garnizoenen waren gelegerd, zich aan bij de Belgische Revolutie. Na de Belgische Revolutie in 1830 werden Gennep en Ottersum de meest noordelijke gemeenten van het nieuwe Koninkrijk België.
1839: Hertogdom Limburg[bewerken]
Het ‘Verdrag van Londen’ van 19 april 1839, betekende de definitieve internationale erkenning van de Belgische onafhankelijkheid. Maar voor familie Goossens in Gennep betekende het dat ze weer van nationaliteit veranderden, ze werden weer Nederlander. Limburg werd namelijk in tweeën gesplitst, een deel (ongeveer het oude graafschap Loon) waar onze ouds bekende Goossens woonde werd onderdeel van het nieuwe Koninkrijk België. Het oostelijk deel van Limburg werd Hertogdom Limburg en kreeg een status vergelijkbaar met een deel van het Groothertogdom Luxemburg: een hertogdom van de Duitse Unie in persoonlijke unie met Nederland. Hoewel Nederlands Limburg in 1839 onderdeel werd van het Koninkrijk der Nederlanden, mochten Limburgse parlementsleden niet stemmen over de grondwet van 1840. Dit had te maken met de speciale positie van Limburg (met uitzondering van de vestingsteden Maastricht en Venlo) als onderdeel van de Duitse federatie, een staatsfederatie van Duitse staten. Deze status van het Hertogdom Limburg kwam in 1867, een paar jaar na de dood van Peter, tot een einde, nadat de Duitse Liga was ontbonden. Sindsdien is Limburg een gewone provincie van Nederland.
Armoede[bewerken]
De dunbevolkte streek is in de 19e eeuw voor handel en nijverheid niet interessant, de bodemgesteldheid (zand, heide, bos) nodigt niet uit tot intensieve landbouw of veeteelt. Uit stadsrekeningen en belastinglijsten blijkt dat Gennep vier of vijf welgestelde families kende en voor de rest uit dagloners en keuterboertjes bestond. Hygiënische toestanden waren zijn erbarmelijk en het onderwijs stond op laag niveau.
Zoals we al eerder bij ‘onze’ familie Goossens uit Hamont in de Kempen hebben gezien, moesten ook in de Peel boeren hun inkomsten uit het landbouwbedrijf vaak aanvullen met inkomsten uit andere werkzaamheden, bijvoorbeeld door als hoefsmid of als wagenmaker te werken. Ook hielden zij soms een herberg of was er sprake van een brouwerij.
Er waren ook personen met veel grondbezit, zoals de adel, die hun grond in kleine kavels aan de boeren verpachtten.
Kleding[bewerken]

Veel mensen liepen op klompen en in Oost-Brabant en Noord-Limburg (waarschijnlijk ook daarbuiten) droeg iedereen zwarte sobere kleding en een hoofddeksel, ook kinderen. Boeren hadden doordeweeks een pet op en als ze naar de kerk gingen of op feesten een hoed op. De boerin droeg vanaf achttien jaar doordeweeks een witte muts, welke bestond uit een kanten middenstuk, een geborduurde 'bodem' die boven op het hoofd werd gedragen. Om de muts heen zat gekloste kant die boven het voorhoofd in een golfpatroon was geplooid. Op zondag als ze naar de kerk ging en bij speciale gelegenheden droeg ze daar een toer (Limburgs) of poffer (Brabants) overheen. Een toer of poffer is een hoefijzervormige kanten bloemenkrans met op de rug afhangende linten die boven op de muts werd gezet. De muts met poffer was niet alleen een kunstig maar ook een prijzig kledingstuk. In 1910 kostte de combinatie muts met poffer 100 gulden: 75 gulden voor de muts en 25 gulden voor de poffer. De vrouw was dan ook terecht trots op haar hoofddeksel.
1845: Gennep uit zijn isolement[bewerken]
Gennep heeft altijd al aan de grens gelegen en heeft daarom nooit veel bloei gekend, maar in de eerste helft van de 17e eeuw werd het helemaal lastig aangezien Gennep in een oorlogszone kwam te liggen van de 80-jarige oorlog. Na deze oorlog wordt Gennep weer een rustig stadje. De handelsroutes gaan nog steeds voorbij aan Gennep en er vindt dan ook vrijwel geen uitbreiding plaats. Ook toen Gennep in 1815 Nederlands werd veranderde er niet veel. Maar door de Belgische periode ontstond er in Holland, nadat het oosten van Limburg weer Nederlands werd, toch meer behoefte om Nederlands Limburg sterker in het land te integreren. Een van de projecten die hiervoor moest zorgen, was de aanleg van de rijksweg Nijmegen-Maastricht in 1845. Deze verbinding noord-zuid liep door Gennep en haalde het stadje uit haar grote isolement.
Gehuwd[bewerken]
Theodorus is getrouwd met Theodora Van Bergen (1829-1891) en krijgen (minstens) twee dochetrs:
- i. Christina Elisabeth Goossens (1866-1949)
- ii. Theodora Johanna Goossens
1866: Provincie Limburg[bewerken]
In 1866 verliet de Noord-Duitse grootmacht Pruisen de Duitse Bond met enkele bondgenoten omdat ze in conflict waren met vooral de andere grootmacht Oostenrijk. Er kwam hiermee een eind aan de Duitse Bond. Deze werd vervangen door een eerste echte federatie van 22 voorheen onafhankelijke staten van Noord-Duitsland. Vijf jaar later zouden de zuidelijke Duitse landen, behalve Oosterijk, aansluiten en ontstond het Duitse Rijk. Limburg en Luxemburg zouden tijdens de oprichting in 1887 géén deel worden van de Noord-Duitse Bond. De titel hertogdom had voor Limburg hierna geen betekenis meer.
1869: Aanleg spoorweg onder Gennep[bewerken]

De tweede grote verandering waar Gennep mee te maken kreeg, was het spoor. Eind jaren ‘60 van de 19e eeuw werden er plannen uitgewerkt om een directe spoorverbinding tussen Boxtel en het Duitse Wesel aan te leggen. De Noord-Brabantsch-Duitsche Spoorweg-Maatscahppij (NBDS) begon met de bouw van deze route, die ook langs Gennep kwam te liggen. In 1871 werd de brug over de Maas gebouwd en in 1872 werd de eerste steen van het station in Gennep gelegd, enkele honderden meters ten zuiden van het oude centrum (aan de huidige Brabantweg). Verder werd dat jaar de nieuwe Maasbrug bij Gennep getest met bijna alle locomotieven van de nog jonge maatschappij.
Hoewel Maria de officieel opening van het deeltraject tussen Boxtel en Gennep in juli 1873 - enkele maanden na haar overlijden - niet meer heeft mogen meemaken, heeft ze het gefluit van stoomlocomotieven waarschijnlijk wel nog gehoord, daar het geluid kilometers ver draagt. Het zien en horen van zo’n grote machine moet in die tijd veel indruk hebben gemaakt.
In 1878 is het gehele traject in gebruik genomen. Het Duitse grensstation was station Goch en het Nederlandse grensstation was Gennep. Omdat deze lijn de kortste verbinding vormt tussen Londen en Moskou, komt er veel verkeer over en dit leidt tot bloei in Gennep. Hiermee krijgt Gennep ook een sterke verbinding oost-west en komt het helemaal uit zijn isolement.
Op de uitsnede van een kaart uit 1890 is goed te zien dat Rijksweg ook als verbinding ging dienen tussen de oude stad en het station.
1904: Gestorven[bewerken]
Theodorus (74) is op 3 februari 1904 in Gennep, Limburg, Nederland overleden.
Epiloog[bewerken]

Theodorus heeft veel kinderen gekregen en is hiermee genealogisch relevant is; hij is opgenomen in veel stambomen.
Heel bijzonder is het, dat Theodorus Goossens zonder Gennep te verlaten in veel verschillende staten heeft gewoond. Hoe heeft Theodorus dit ervaren? Als je boeken en artikelen over die tijd bestudeert, lees je hierover tegenstrijdige verhalen. Er wordt gesproken over separatistische bewegingen, maar ook over een bevolking die het allemaal gelaten over zich heen liet komen.
Veel van deze verhalen gelezen te hebben, kom ik tot de volgende conclusie. Het nieuwe Limburg van Theodorus had nooit bestaan; het was een lappendeken van voordien veel verschillende graafschappen en heerlijkheden en in het uiterste zuiden een heel klein stukje van het historische hertogdom Limburg, dat nu overigens bijna volledig in de provincie Luik ligt. Ieder gebiedje had zo zijn eigen dialect en zijn eigen geschiedenis. Theodorus zal zich dan ook zeker nooit Limburger hebben gevoeld.
Had hij wel een voorkeur voor een bepaalde nationaliteit? De mensen in het uiterste noorden van Limburg hadden al eeuwen aan Hertogdom Kleef toebehoord; waren voornamelijk katholiek en spraken Kleefslands. De Franse revolutionaire bezetter (tot 1815) stond een secularisering van de maatschappij voor en voerde het Frans als de officiële taal in. En vervolgens kwamen de calvinistische Hollanders in beeld. Zij bemoeide zich ook al met de katholieke kerk en voerde het Nederlands in als de officiële taal. En toen kwam België. Voor de toenmalige maatstaven een moderne staat, waar bijna iedereen katholiek was de meeste Nederlandstalige dialecten uit dezelfde taalfamilie kwamen, duidelijk anders dan de dialecten uit Holland 1. Ik denk dan ook dat Maria en haar buren de voorkeur gaven aan een aansluiting bij de Duitse Bond, omdat men vroeger deel uitmaakte van de Duitse gebieden en veel familieleden daar nog steeds woonden. Een goede tweede keuze was België. Maar invloed hierop had men niet en dus zal men inderdaad de samenvoeging met Nederland gelaten over zich heen hebben laten komen.
Bronnen en notities[bewerken]
- Indeling van de Nederlandse dialecten volgens Jo Daan