Peter Goossens (1777-1856)
Geboorte[bewerken]
Op een bewolkte51 vrijdag 11 mei 1777 draagt een vroedvrouw de kleine Peter, mijn91 stamvader92, naar de Martinuskerk. Vader Arnoldus Goossens (1730-1810) en de doopgetuigen Theodorus Jansen en Margaritha de Coen 53 vergezellen haar. Pastoor Ebben wacht hen op bij het doopvont achter in de kerk. Weer thuisgekomen na de doopplechtigheid kan een blijde moeder Joanna Janssen (1744-1814) in het kraambed de dopeling weer in haar armen sluiten. Waarschijnlijk is Petertje nog diezelfde dag of uiterlijk twee dagen hiervoor geboren.
Stadsgezicht van Jan de Beijer. Gezien vanaf de Genneperhuisweg (Noordoosten). (de Beijer, 1742)
We weten namelijk uit die tijd zelden de geboortedatum, maar wel de doopdatum. Zoals ik bij vader Arnoldus heb toegelicht was het in de rooms-katholieke kerk gebruikelijk dat baby’s nog op de zelfde dag en uiterlijk binnen twee dagen na de geboorte werden gedoopt en was de levensverwachting bij de geboorte laag. Zelfs anderhalve eeuw later, in 1878, zouden er in Gennep nog 45 kinderen sterven aan een besmettelijke keelziekte en moesten de scholen hun deuren sluiten.
Peter komt in de verschillende akten ook voor als Piere en Pierre. Hoewel Peter al het achtste kind was van Arnoldus, had hij toch maar één stiefbroertje Joseph uit het tweede huwelijk en één zusje Joanna Petronella uit het derde huwelijk. Alle andere kinderen waren al als baby of als klein kindje gestorven. En ook Joseph zou in 1781 jong sterven, waarmee Peter de ouds levende zoon werd.
Gennep[bewerken]

Gennep was een stadje aan de samenvloeiing van de Niers en de Maas in het Hertogdom Kleef, dat sinds 1609 onderdeel was van het Koninkrijk Pruisen. Voor meer achtergrondinformatie over Gennep verwijs ik graag naar “Het verhaal van Gennep”.
In zijn regio werd destijds zoals al toegelicht in de biografie van Arnold Goossens het Kleverlands gesproken, dat net als Brabants een Noord-Nederfrankisch dialect is. Alle Nederfrankisch dialecten stammen af van Oudnederfrankisch dat tussen ongeveer de vijfde tot en met de elfde eeuw in een deel van Austrasië werd gesproken 56.
Oorlog[bewerken]
Gennep maakte politiek hectische tijden door. Toen Peter ter wereld kwam, was het nog niet zo lang geleden dat het Pruisisch hertogdom Kleef, waarin Gennep lag, werd meegesleurd in de Zevenjarige Oorlog (1756-1763) tegen Frankrijk. Het Kleefs gebied had zwaar geleden onder de doortrekkende soldatenhorden, die de bevolking uitzogen en leegroofden. Toen de oorlog geëindigd was, bleek de gemeente Gennep bankroet te zijn. Het had torenhoge schulden en de handel en nijverheid waren totaal ontwricht.
Naweeën[bewerken]
Wanneer Peter Goossens wordt geboren zijn de naweeën van die oorlog nog duidelijk voelbaar. Na de oorlog leeft een groot deel van de 800 inwoners onder de armodegrens. De deken- en lakenfabriek hadden nog 2,3 knechten en lagen soms wekenlang stil, omdat de afzet naar Holland stagneerde door goedkopere productie aldaar. De hoge belastingen in de stad Gennep verlamden de handel, doordat het platteland belastingvrij was en allerlei goederen ‘s nachts de stad binnen werden gesmokkeld.
Herstel[bewerken]
Toch kwam in de 70er jaren van deze 18e eeuw het dagelijks leven in Gennep weer geleidelijk tot rust, zakte de ellende langzaam weg en zag men een aarzelende economische opbloei. De ‘hoge regering' in Kleef had weer controle over de steden en dorpen in het hertogdom. Zo ging er bijvoorbeeld van Kleef een circulaire uit waarin de overheid er bij de gemeentebesturen op aandrong de consumptie van buitenlandse koffie te ontmoedigen ten faveure van ‘patriottische cyther'. Dit was een aftreksel van gebrande rogge, tarwe of erwten! In Gennep werden de winkeliers op het raadhuis uitgenodigd voor een promotiegesprek over de nieuwe drank. Allen weigerden het brouwsel te verkopen7!
Postkoets[bewerken]
Het verkeer met het ‘buitenland' (hertogdommen Brabant en Gelder vooral) was na de oorlog ook weer genormaliseerd. Gennep kwam zelfs minder geïsoleerd te liggen. Elke woensdag en zaterdag reed er een postkoets van Nijmegen via Gennep naar Venlo. De ene week van Nijmegen naar Venlo, de andere week omgekeerd. Tijdens de korte stop in Gennep om verse paarden in te spannen stond er een postkar uit Kleef te wachten om poststukken in ontvangst te nemen en af te geven. Indien er plaats in de wagen was, konden er reizigers mee.
Opa sterft[bewerken]
Ruim een jaar na zijn geboorte van Peter stierf in 1778 zijn opa Cornelis Goossens te Hamont in Hertogdom Loon.
School[bewerken]
Peter ging naar de katholieke lagere school in de Kerkstraat (na 1973 de Torenstraat). Hier lag ook de Pastorie en Kapelanie. Daar, tegen het kerkhof, doorloopt hij de eerste zes schooljaren. Tijdens de pauze spelen de jongens vóór de school, want tussen de graven is het verboden terrein. De kinderen van de kleine protestante gemeenschap van Gennep hadden les in een lokaal onder het stadhuis, om hier de eerste beginselen van het rekenen en schrijven te leren93.
Historie, deel 1[bewerken]

In het leven van Peter zou de samenleving radicaal veranderen. Het Ancien Régime zou plaatsmaken voor de revolutie, er ontstonden nieuwe landen. Vooral de telkens nieuwe heersers van Gennep moeten van invloed zijn geweest op ook het gewone leven in Gennep. Een biografie van hem zonder vermelding van een aantal ingrijpende geschiedkundige gebeurtenissen is dan ook niet compleet. Maar mocht je niet geïnteresseerd zijn in de achterliggende Europese geschiedenis, dan kun je de hoofdstukken ‘Historie’ overslaan.
Toen Peter 12 jaar oud was (1789), brak in Frankrijk de revolutie uit, waarbij de absolute monarchie werd afgeschaft en de Eerste Franse Republiek werd uitgeroepen. De macht en de privileges van adel en geestelijkheid werden onder druk van radicale politieke groeperingen, de mensenmassa in de steden en boeren op het platteland, massaal teruggedrongen. De oude ideeën van absolutisme, aristocratie en de macht van de Kerk werden vervangen door de principes van liberté, égalité, fraternité, oftewel vrijheid, gelijkheid en broederschap.
Pruisen, Oostenrijk, de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels-Sicilië, Piëmont-Sardinië en enkele kleinere staten waren bang dat deze revolutie zich als een olievlek over Europa zou gaan verspreiden en begonnen in 1792 een oorlog tegen het revolutionaire Frankrijk ter verdediging van de monarchie. Later bekend geworden als de Eerste Coalitieoorlog.

De oorlog begon met successen van de geallieerden, totdat de kanonade van Valmy hun opmars naar Parijs beëindigde. Het revolutionaire leger ging het tegenoffensief in en bezette hierbij de Oostenrijkse Nederlanden. In september werd de gehele Maasstreek veroverd. En in de loop van oktober werd zelfs het gehele Rijngebied van Koblenz tot Kleef bezet.
Toen Peter 17 jaar was (1794) was de gehele linkeroever van de Rijn, en hiermee ook Gennep, bezet door de Fransen en een jaar later alle vorstendommen van de linkeroever van de Rijn, zoals Geldern, Moers en Kleve. De Zuidelijke Nederlanden werden geannexeerd en ook de Republiek werd dat jaar door Franse troepen bezet. Stadhouder Willem V moest in 1795 naar Engeland vluchten en de Bataafse Republiek, een Franse vazalstaat, werd uitgeroepen.
Op het moment dat Frankrijk in 1794 het huidige Nederland-Limburg veroverde, was dit gebied verdeeld onder 18 soevereinen, namenlijk 13 houders van vrije rijksheerlijkheden en de Staten–Generaal, Oostenrijk, Pruisen, de prins-bisschop van Luik en de hertog van Gulik. Met de komst van de Franse legers in 1794 werd door het Franse bestuur een einde gemaakt aan deze staatkundige verdeeldheid. Er werd op 31 augustus 1795 een departement gevormd van de Nedermaas (Departement de la Meuse Inférieure) met als hoofdstad Maastricht (toen geschreven Maestricht), dat het grootste gedeelte van de huidige provincies Belgisch- en Nederlands-Limburg omvatte.

Gennep lag echter in Hertogdom Kleef in Koninkrijk Pruisen. Ook de voormalige gebieden van het Heilige Roomse Rijk op de linker Rijnoever waren tijdens de Eerste Coalitieoorlog in 1794 door de Franse Republiek veroverd. Koninkrijk Pruisen kon niet anders dan deze annexatie in de Vrede van Bazel in 1795 erkennen. Maar het in Departement de la Roër werd pas op 4 november 1797 gevormd. Het departement was vernoemd naar de rivier de Roer (Rur), die door het departement stroomt. Het departement werd gevormd uit Hertogdom Jülich en Hertogdom Kleef, een deel links van de Rijn van het aartsbisdom Keulen, de vrije stad Aken, het Pruisische deel van Hertogdom Gelre en enkele kleinere gebieden. De hoofdstad was Aix-la-Chapelle (Aken).
Voor Peter die ondertussen 20 jaar was, betekende dit dat Hertogdom Kleef eerst op ging in de Cisrheniaanse republiek, een Frans zusterrepubliek. En een jaar later (1798) werd het helemaal ingelijfd en lag Gennep in Departement de la Roër van la Première République.
In 1799 werd er in Frankrijk een staatsgreep gepleegd en werd Napoleon Bonaparte eerste consul en hiermee alleenheerser in Frankrijk. Enkele jaren (1804) kroont Napoleon zichzelf tot keizer.
Enkele kilometers van Gennep lag sinds enkele jaren de Bataafse Republiek (1795-1806). Echter, omdat Nederland strategisch lag ten opzichte van Frankrijks aartsvijand Engeland, kwam de Bataafse Republiek steeds meer onder de invloed van Frankrijk. Napoleon wenste een sterk gezag in de Bataafse Republiek en ontbond in 1806 de Republiek en stichtte het Koninkrijk Holland. Op de troon plaatste hij zijn broer Lodewijk Bonaparte. Goed beschouwd was hij de eerste koning van Nederland. Daar moet wel bij gezegd worden dat het toenmalige Koninkrijk Holland een vazalstaat van Frankrijk was. Hoewel Napoleon Bonaparte hoopte de touwtjes in handen te houden door zijn broer op de Nederlandse troon te plaatsen, bleek deze als koning verrassend genoeg toch een eigen koers te varen.
Hieronder puntsgewijs nog eens een opsomming van de belangrijkste gebeurtenissen met voorafgaande het jaartal en de leeftijd van Peter tussen haakjes:
- 1789 (12) De Franse Revolutie breek uit;
- 1792 (15) Pruisen start een oorlog tegen Frankrijk;
- 1794 (17) Gennep bezet door Franse revolutionairen;
- 1795 (18) Annexatie alle gebieden ten westen van de Rijn;
- 1797 (20) Gennep ligt in de Cisrheniaanse Republiek, een Franse zusterrepubliek;
- 1798 (21) Gennep ligt in Departement de la Roër van la Première République;
- 1799 (22) Staatsgreep: Napoleon Bonaparte als eerste consul alleenheerser in Frankrijk;
- 1804 (27) Napoleon kroont zichzelf tot keizer;
- 1804 (27) Gennep ligt in de Eerste Franse Keizerrijk (Premier empire français)
Franse tijd[bewerken]
Wat merkte Peter zelf hiervan? Te beginnen met namen: Derk heet nu Thierry en Hanna Jeanne en Peter Pierre.
Bijvoorbeeld dat in het begin alle tekenen van religie werden verboden. Zo moest een begrafenis zonder de begeleiding van de doden, klokken en priesters plaatsvinden. Pas nadat Napoleon aan de macht kwam en hij met paus Pius VII een Corcordaat in 1801 had getekend werden deze beperkingen weer ingetrokken.
Anders dan met de Pruisen, veranderde er met de Fransen veel in Kleef. Zo kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk. In de eerste jaren van de Franse tijd veranderden er veel dingen in korte tijd in de Zuidelijke Nederlanden. De Fransen wilden zonder enig pardon al hun eigen regels die voortgekomen waren uit de Franse revolutie invoeren in de geannexeerde gebieden.
Onmiddellijk werd er in de nieuwe wingewesten een op Franse administratie ingestelde bestuursvorm ingericht. Binnen het Roerdepartement werd onder andere Kleef als arrondissement de eerstvolgende lagere bestuursvorm, met hieronder de kantons Kranenburg en Goch. Tot Kranenburg behoorden de gemeenten (Commune) Mook, Ottersum en Gennep. Er kwam een grondwet en de burgerlijke stand werd ingevoerd; het hoofd van de gemeente werd een burgemeester. In het department werd de Franse taal de officiele taal; ook bij de burgerlijke stand.
Met de komst van Napoleon werd nog iets nieuws geïntroduceerd. De dienstplicht (conscriptie). Alle mannen tussen 17 en 45 jaar kregen een nummer; als hun nummer uitgeloot werd, moesten zij dienst nemen in het Franse leger. Ik heb gelezen, dat vanaf de dag dat ook in het huidige Noord-Limburg de dienstplicht is ingevoerd, jongens van 20 jaar die probeerden te ontduiken. Omdat burgemeesters en andere lokale bestuurders er weinig voor voelden om plaatsgenoten naar de slagvelden te sturen, lukte het velen de eerste jaren om uit dienst te blijven 57. Ik neem aan dat dit net over de grens in Gennep niet anders was.
Verder werden er grote doorgaande wegen, de routes impériales of Napoleonswegen, aangelegd. Door het wegvallen van de tolgrenzen leefde het handelsverkeer op en werden landbouw en industrie bevorderd.
Ook moeten de kinderen van Peter beter basisonderwijs hebben genoten, want in de Franse tijd was in het kader van egalité het onderwijs gratis, zodat het lager onderwijs ook voor de minder welgestelden toegankelijk werd. Kennis, discipline en zelfontplooiing werden gezien als een remedie tegen de heersende armoede, onnozelheid en criminaliteit. Goed onderwijs zou resulteren in betere mensen en een rechtvaardiger samenleving. Vanuit Frankrijk groeide ook de overtuiging, dat het onderwijs een zaak van de staat en niet van de kerk was. Alle kinderen moesten onderwezen worden in lezen, schrijven, rekenen, de moedertaal, aardrijkskunde van Frankrijk, kennis der natuur en kennis van de rechten en plichten van mens en staatsburger. Om de kwaliteit van de meesters op te krikken, kwamen er ook kweekscholen voor onderwijzers.
Regio, deel 1[bewerken]
Napoleon had Jean Joseph Tranchot, een Franse kolonel en veldtopograaf, opdracht gegeven om het gebied tussen de Maas en de Rijn in kaart te brengen (1803-1820). Op de kaart zie je het stadje Gennep onder en het dorpje Ottersum boven het riviertje de Niers. En vlak langs het riviertje de Niers weilanden (lichtgroen), waar het vee kon grazen.
Rechts op de kaart zie je drie rode stipjes. Dit is Mariawalder hof waar zoon Peter (30) in 1838 zou introuwen bij ook onze voorouder Maria van de Loo (35) (1808-1873), weduwe van ook onze voorouder Jacob van Well (1787-1838).
Uniek voor Nederland zijn de zogenaamde Maasheggen. In de uiterwaarden van de Maas zijn een groot aantal kleine percelen die begrensd zijn met Meidoorn- en Sleedoornheggen. Deze heggen zijn in elkaar gevlochten vormen zo een ondoordringbare afscheiding. De maasheggen zijn het oudste cultuurlandschap van Nederland en worden al in Caesars werk over de Gallische oorlogen genoemd.
Net wat hoger gelegen dan de weilanden vinden we de akkerlanden (wit), en in het geval van Gennep ook veel (moes)tuinen. Dit is de vruchtbare grond waar het grondwaterpeil niet te hoog staat en vanwege de nabijheid van de stad zijn op de Kleefse kadasterkaart, zie kaart hieronder, ook veel kleine (moes)tuinperceeltjes te zien. Richting het zuidoosten zijn de hogere woeste gronden te vinden. Deze komen overeen met het maas- duinenlandschap.
Huwelijk 1[bewerken]
Peter (26) zou twee keer trouwen, op ‘11 Florial van het jaar XI’ (zondag 1 mei 1803) in Gennep in ‘Département de la Roer au sein de la Première République (France)’ met mijn de in Mook woonachtige en ook daar op 7 april 1777 geboren stammoeder Maria Keukens (24). Zij was dochter van Peter Keukens (1738-1805) en Maria Adrians (1746-1795) 52. Er zijn een drietal zaken die opvallen:
Als eerste, dat Maria in Mook is geboren en daar ook tot haar huwelijk heeft gewoond en vervolgens in Gennep is getrouwd? Normaal gesproken gebeurt dit in de woonplaats van de bruid. Laten we vooral niet vergeten, dat het burgerlijk huwelijk als instelling pas vrij recent (nog geen tien jaar ervoor) was ingevoerd en het als waarschijnlijk als niet meer dan een administratieve formaliteit werd gezien. Dus om praktische redenen in Gennep heeft plaatsgevonden. Mogelijk heeft het kerkelijk huwelijk wel degelijk in Mook plaatsgevonden.
Als tweede de bijzondere aanduiding van de datum: ‘Florial van het jaar XI’? De Franse revolutie had van het land een seculiere staat gemaakt die zich afzette tegen alles wat kerks was. In het kader van de scheiding van kerk en staat was ook de gregoriaanse kalender een ongewenst overblijfsel van het verleden: die mat immers de tijd sinds de (vermeende) geboortedag van Christus. De kalender was van 24 oktober 1793 tot 1 januari 1806 officieel in gebruik. Na de annexatie van Kleef door Frankrijk, werd ook hier de Franse republikeinse kalender ingevoerd. Floréal was hierin de achtste maand; floréal betekent: bloemmaand. Vergeleken met de gregoriaanse kalender begon de maand op 20 of 21 april en eindigde op 19 of 20 mei.
Als derde de opgenomen leeftijden. In de in de Duitse taal opgestelde huwelijksakte staat dat beiden 29 jaar oud waren toe ze trouwden. Echter, dat klopt niet. Hoewel het leeftijdsverschil slechts een halve maand was, was Peter nog net 25 jaar oud en Maria net 26 jaar oud toen ze trouwden.
In de huwelijksakte is als beroep van Peter Gossens met een “o” “akkerman” en als beroep van Maria staat “zonder beroep” opgenomen. Peter was na zijn huwelijk dus landbouwer, net zoals zijn vader na zijn huwelijk. Mogelijk heeft hij als oudste overlevende zoon dienst bedrijf bij zijn huwelijk overgenomen.
Ik heb dit niet gecontroleerd, maar waarschijnlijk hebben zij zich na hun huwelijk gevestigd in het pand Sandstraat 63. In ieder geval wordt hier een jaar later hun eerste kind Maria geboren 54. Als ik nu op de site van het Kadaster kijk, komt Zandstraat (nu met een ‘Z’) huisnummer 63 niet meer voor. Dus ik neem aan dat het huis is afgesproken.
Deze akte van de Burgerlijke Stand is gesteld in het Duits en bevat enkele onregelmatigheden: Gossens-GosSens, Keukens met een ‘s’. De vader, de aangever van de geboorte, tekent met ‘Peter Gosens’. Harry Goossens heeft bij zij onderzoek, naast deze akte van de Burgerlijke Stand geen inschrijving in het DTB Doopregister meer aangetroffen van de op ‘20 Pluviose van het jaar XII (10 februari 1804) geboren dochter 54.
Op 9 januari 1806 werd hun tweede dochter Maria Catharina geboren. Deze akte was in het Frans opgesteld. Echter zij zou binnen twee jaar overlijden. Het valt op dat tijdens het Frans bewind veel kinderen op jonge leeftijd stierven. Meer dan bijvoorbeeld enkele decennia later. Zijn vader Arnoldus Goossens had in zijn drie huwelijk dertien (tenminste ons bekende) kinderen, maar toch door kindersterfte nooit een groot gezin. Bij Peter zullen we gaan zien is dit anders, hij had uiteindelijk in zijn twee huwelijken een werkelijk groot gezin 55.
Het stel kreeg uiteindelijk zeven kinderen, en opmerkelijk nagenoeg allemaal met een tussentijd van drie jaar.
- i. Maria (1804-)
- ii. Maria Catharina (1806-1807)
- iii. Pierre (na de Franse tijd Peter) (1808-1838)6
- iv. Arnold (1810-1847)
- v. Henri (na de Franse tijd Hendrikus) (1813-1846)
- vi. Johanna (1816-1846)
- vii. Maria Catharina(1819-1848), naar haar eerder gestorven zus.
Opvallend is dat Peter bij geboorte aangifte van Arnold in Sandstraat 62 woonde en bij de geboorte van onze voorouder Hendrikus in Sandstraat 63.
Historie, deel 2: Einde Franse tijd[bewerken]

Toen Peter 36 jaar oud was, vond in 1813 de grootste militaire confrontatie in Europa van vóór de Eerste Wereldoorlog plaats. Na deze Slag bij Leipzig, werd Napoleon afgezet en in 1814 verbannen naar het toen Franse (nu Italiaanse) eilandje Elba.
Half januari 1814 kwamen Russische kozakken onder bevel van generaal van Wintzigerode via het Rijnland, en Pruisische troepen via het noorden van de provincie de Fransen verdrijven. Enkele vestigingen zoals Venlo en Maastricht bleven nog een tijdje een Frans garnizoen houden, maar de oorlog was afgelopen in onze streek.

Vervolgens werden voorlopige bestuursorganisaties gevormd. Peter woonde nu in Gouvernement Generaal van de Nederrijn, onder Pruisische invloed. Deze bestond uit de voormalige departementen van de Nedermaas (4 februari 1814), Roer (10 maart 1814) en Ourthe (Luik).
Peters toekomstige ‘Heimatland’, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, kreeg haar onafhankelijkheid als staat terug en werd zelfs nu een monarchie met de toenmalige erfprins Willem Frederik van Oranje-Nassau als vorst (niet als koning).
Maar de ambitie van Willem was groter dan de Noordelijk Nederland. Zo kreeg hij ook het voorlopig bestuur over de linkeroever van de Maas toebedeeld. Maar claimde hij ook het gebied tussen Maas, Moezel en Rijn. In 1814 stond Frankrijk de Zuidelijke Nederlanden (België en Luxemburg) af en Willem werd ook nog eens de voorlopig gouverneur-generaal van Gouvernement Generaal België.
De toenmalige grote mogendheden Groot-Brittannië en Pruisen verschilden van mening over de definitieve afbakening van het territorium van de Nederlanden. Pruisen wilde dat de Noordelijke Nederlanden zouden worden toegekend aan de Duitse Bond, die op 8 juni 1815 formeel in het leven werd geroepen. Groot-Brittannië wenste de Noordelijke Nederlanden echter samen te voegen met de Zuidelijke Nederlanden tot één staat, die buiten de Duitse Bond zou blijven, onder meer om als een bufferstaat te creëren tussen Frankrijk en Duitsland.
Toen bekend werd dat Napoleon op 26 februari 1815 was ontsnapt van Elba, aarzelde Willem niet langer en riep hij zich op 16 maart met instemming van de mogendheden uit tot koning Willem I der (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden. Het woord Verenigd werd overigens pas later gebruikt voor Nederland inclusief België. De ontsnapping en en zijn verdere opmars naar Parijs had de politieke en militaire situatie sterk veranderd, waardoor ook de urgentie om op het Congres van Wenen tot een afronding te komen heel groot werd. Het Prinsbisdom Luik, het Abdijvorstendom Stavelot-Malmedy, het Hertogdom Bouillon, en nog wat kleine zelfstandige gebieden, die nooit tot de Oostenrijkse Nederlanden behoorden, werden samen met de Oostenrijkse Nederlanden verenigd met de Bataafse Republiek. Op het congres hadden de grootmachten verder bepaald, dat Willem I, naast koning van het nieuwe land, ook groothertog van Luxemburg mocht worden. Zo ontstaat er een personele unie met Luxemburg.

Op 26 juni 1815 gaven bijna alle deelnemers de goedkeurende handtekening. Enkele dagen eerder was op 18 juni Napoleon definitief verslagen in de Slag bij Waterloo.
Ook Pruisen moet een klein gebied afstaan aan Verenigd Koninkrijk. Namelijk alle gebieden ten westen van de Maas. In Wenen is besloten is dat Pruisen de scheepvaart op de Maas niet mag beïnvloeden. Met een kanonschot (800 Rijnlandse Roeden, ca. 3 km) keek men hoe ver Pruisen van de Maas moest komen te liggen. En hiermee werden Mook, Gennep en Ottersum Nederlands. Het is dezelfde grens die de Bondsrepubliek Duitsland vandaag (2019) van Nederland scheidt. Qua grondgebied vergelijkbaar met de Benelux.
Hieronder puntsgewijs nog eens een opsomming van de belangrijkste gebeurtenissen met voorafgaande het jaartal en de leeftijd van Peter tussen haakjes:
- 1813 (36) Slag bij Leipzig;
- 1814 (37) Russische kozakken verdrijven de Fransen;
- 1814 (37) Start Congres van Wenen;
- 1815 (38) Verbanning Napoleon naar Elbe;
- 1815 (38) Gennep ligt in Gouvernement Generaal van de Nederrijn, onder Pruisische invloed;
- 1815 (38) Slag bij Waterloo;
- 1818 (41) Gennep ligt in (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden
Nederlandse tijd[bewerken]
Nieuwe grenzen[bewerken]
Uit schaarse berichten die tot Gennep doordringen maakt pastoor Van Alphen op, dat grote landen in Wenen nieuwe grenzen trekken in de eerder door de Fransen geannexeerde gebieden (1814/15). De pastoor was één jaar na Peter in Zandstraat 65 geboren en had op dezelfde lagere school gezeten. Zo blijkt dat men in Wenen de Maas als grenslijn tussen Pruisen en een nieuw te vormen Koninkrijk der Verenigde Nederlanden trekt in de eertijds door Frankrijk bezette en later ingelijfde gebieden. Met een bufferzone op de rechter Maasoever. Daardoor wordt de strook Mook tot Afferden definitief afgescheiden van het vroegere hertogdom Kleef.
Oktober 1815 gaat Gennep officieel tot het Koninkrijk der Verenigde Nederlanden onder de protestante koning Willem I behoren. De domineeszoon Theodoor Hermsen wordt de eerste Gennepse burgermeester onder Oranje. Pastoor Van Alphen moet ervaren dat Gennep met zijn 90% katholieke bevolking een protestant als eerste burger heeft. Alle Gennepenaren krijgen opeens een nieuwe nationaliteit: Nederlander.
Limburg[bewerken]
Gennep ligt voortaan in het hertogdom Limburg. Pastoor Van Alphen heeft er de grootste moeite mee. Geboren als Pruisische Klevenaar, als student een Pruis, als kapelaan een Bataaf, Hollander én Fransman, als pastoor Fransoos en nu Nederlander. Hij haalt de schouders op, zucht en weet één ding zeker: wat er ook nog gebeuren zal, hij is en blijft Gennepenaar.
En ook de rest van de bevolking reageerde op al deze gebeurtenissen koel tot apatlsch. Men was de lasten van het Franse bestuur en de periode van oorlog en conscriptie moe; men hoopte dat de nieuwe politieke toestand zou leiden tot de gewenste welvaart en rust. En ook Peter veranderde zonder te verhuizen van nationaliteit.
Nederland werd ingedeeld in provincies. Besloten werd zoveel mogelijk aan te sluiten op de Franse departementale indeling, waarbij besloten werd het gebied van de huidige provincie Limburg naar de hoofdstad Maastricht te noemen. Koning Willem I was het daar niet mee eens. Evenmin voelde hij iets voor de naam Opper–Gelre. Hij was van mening dat hiermee de naam Limburg verloren zou gaan. De naam Limburg (Limbourg) is verbonden aan het zo geheten kasteel Limbourg, gelegen aan de Vesdre, in de nabijheid van Verviers. Dit kasteel was de oorsprong van het middeleeuwse hertogdom Limburg dat later is opgegaan in het hertogdom Brabant.
Toch is de keuze voor de naam Limburg opvallend, omdat slechts een klein deel van de huidige Nederlandse provincie Limburg deel uitmaakte van dit hertogdom. Het gaat dan om het zuidoostelijke gedeelte, in de nabijheid van Valkenburg en Vaals.
De wens van de koning werd uiteindelijk bij de definitieve naamstelling toch opgevolgd en zo ontstond de naam provincie Limburg.
Na het congres stonden de oostgrenzen van Limburg nog niet helemaal vast. Op diverse plaatsen moesten in detail nog regelingen getroffen worden tussen Nederland en Pruisen, zo ook in Ottersum. Er was een gezamelijke Nederlandse en Pruisische commissie benoemd tot regeling van de grensscheidingen, waarna de kaarten konden worden gemaakt en de genummerde grenspalen worden geplaatst. Voor de definitieve grenzen bij Ottersum moesten eerst de commissarissen van Nederland en van Pruisen zich ter plekke laten informeren of de gehuchten de Heil, Milsbeek, Aaldonk, Zellerheide, Zelderveld en Bisterveld, Houtere Veen, Dam en Damse veld, Schraveld, Lohe en IJsheuvel, de Veedijk, en ten slotte twee huizen op de St Jansberg, al dan niet tot de gemeente Ottersum behoorden. Zij kwamen tot de conclusie, dat genoemde gehuchten inderdaad tot Ottersum behoorden 1. Maar Siebengewald zou bij Koninklijk Besluit van 18 april 1818 niet onder Ottersum, maar onder gemeente Bergen gaan vallen.
Te Emmerik werd op 23 december 1818 de definitieve grenskaart, bestaande uit veertig bladen, door beide partijen voor akkoord ondertekend en voorzien van een proces verbaal van grensbeschrijving in in duplo. Een set van deze documenten lag op het departement van Buitenlandse Zaken te Den Haag en is daar bij de komst van de Duitsers in 1940 verbrand.
Er was vervolgens nog even sprake van dat Mook en Middelaar onderdeel van de provincie Gelderland zouden worden, omdat beiden aan de Gelderse zijde van het riviertje de Niers lagen. Maar dit ging niet door, omdat de Niers ook door de gemeenten Gennep en Ottersum heenliep. Deze plaatsen zouden - als De Niers een grensrivier zou worden - gedeeltelijk tot Gelderland en gedeeltelijk tot Limburg gaan horen. Verder was er een sterke band tussen Mook en Middelaar en de overige ‘Limburgse’ gemeenten langs de Maas; de bevolking zou zich niet graag van hen laten scheiden 2.
De ambtszetel was de burcht in Zevenaar en niet in Emmerich. Als drost was Johan van den Loe de plaatsvervanger van de Hertog;
Tijdens de Franse bezetting was de paspoortplicht ingevoerd. Iedereen moest zich laten inschrijven en wie geen achternaam had moest er een verzinnen. Na de bezetting stelde Willem I in 1813 niet alleen een paspoort verplicht voor Nederlanders die naar het buitenland wilden, maar ook voor buitenlanders die naar Nederland kwamen. Het ging de regering daarbij vooral om Fransen die men zeer wantrouwde. Maar in de praktijk zal het grensverkeer tussen Noord-Limburg en Kleef niet heel moeilijk zijn geweest.
De opkomst van het liberalisme midden negentiende eeuw ging gepaard met grootschalige afschaffing van paspoorten. Tot de Eerste Wereldoorlog kon men bij Gennep zonder paspoort reizen. Sinds die oorlog is het paspoort weer verplicht. „De Staat zette vanaf toen meer voorzieningen op voor de burgers en wilde die afschermen van ‘free riders’.” Na de Tweede Wereldoorlog werd de grens ineens ook door de bevolking als een echte grens ervaren. Dat blijkt onder meer uit het aantal grensoverschrijdende huwelijken. Voor 1940 was dat nog 35 procent, nu nog maar 5 procent 21.
In Europa, dat al te lijden had van de napoleontische oorlogen, was de zomer van 1816 uitzonderlijk koud en nat, met zware regen- en onweersbuien en werd dan ook ‘het jaar zonder zomer’ genoemd. Ook hier mislukte de oogst, met als gevolg hongersnoden, wanorde en het uitroepen van de noodtoestand. In Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk, wellicht het hardst getroffen in Europa, deden zich hongeroproeren en plunderingen voor. Vanaf augustus dat jaar trad in het grootste deel van Europa al nachtvorst in. De oorzaak bleek later een gigantische vulkaanuitbarsting in Indonesië het jaar ervoor, maar dat wist toen niemand in Europa.
Vanaf het begin heeft koning Willem I geprobeerd van de nieuwe Nederlandse staat een economisch bloeiende en hechte staat te maken, maar aangezien hij uitgesproken autocratische opvattingen had, brachten die hem al vrij snel in de problemen.
Koning Willem I was gericht op het oplossen van de economische problemen die de Franse tijd had achtergelaten en op het ontwikkelen van initiatieven op het gebied van onderwijs en cultuur door middel van een sterk centraal gezag. Deze centralistische aanpak werd echter niet overal gewaardeerd, ook niet in de provincie Limburg in de jaren 1815-1830. Onder de liberalen, die vooral in Maastricht aanhang hadden, ontstond een zekere tegenzin in het autocratische bewind van de koning.
Dit gebrek aan sympathie voor het nieuwe bestuur sinds 1814 wordt in het gehele zuiden het best zichtbaar ten aanzien van de belastingheffing en de benoemingenpolitiek, waarbij het zuiden zich achtergesteld voelde. Het gevolg was dat de oppositie in het zuiden steeds groter werd. Men vroeg openbaarheid van het bestuur, vrijheid van drukpers, vrijheid van onderwijs, vrijheid van godsdienst en vermindering van de belastingen.
Ook de kerkelijke politiek van de regering gaf aanleiding tot ontevredenheid, want de regering moest een oplossing vinden voor een aantal kerkelijke problemen, zoals de teruggave van kerkelijke goederen die in de Franse tijd geseculariseerd waren, de salariëring van de katholieke geestelijkheid die door deze secularisatie (opheffing van de tienden in de Franse tijd) van inkomsten was beroofd, de regeling van het zogenaamde ‘simultaneum’, dat wil zeggen het gemeenschappelijk gebruik van een kerkgebouw door katholieken en protestanten, de opleiding van de geestelijkheid, de invloed van de geestelijkheid in het lager onderwijs en het houden van processies.
Het bestuur van Koning Willem I bereikte een dieptepunt in 1828, toen katholieken en liberalen in het zuiden een politiek verbond sloten. Door dit als Monsterverbond bekend geworden akkoord werden de krachten van de oppositie tegen de Nederlandse regering gebundeld 67.
Daarmee ontstond het politieke klimaat, waardoor kon gebeuren wat op 25 augustus 1830 in Brussel dan ook gebeurde: een ‘volksopstand’, uitgebroken na de opvoering van een operavoorstelling in de Muntschouwburg te Brussel, ‘De Stomme van Portici’ van Auber.
Lymers en familie Van de Loo[bewerken]

Iets noordelijker, werden op 1 juni 1816 ook de enclaves van Huissen, Malburgen, de Lymers, en de stad Zevenaar en Heerlijkheid Wehl door Pruisen overgedragen aan Nederland (Gelderland). Hiermee werden ruim achtduizend mensen op die dag Nederlander. Ik noem dat, omdat zoon Peter Goossens in 1838 zou trouwen met Maria van de Loo, weduwe van Jacob van Well. Jacob en Maria zijn onze voorouders, maar voor dit verhaal is vooral belangrijk dat Maria nageslacht was van ridder Johan van den Loe, die vanaf 1437 ambtman (drost) was van:
- de Lymers, een uitgestrekt gebied tussen Emmerich en Arnhem, Rijn en Lek, IJssel en Oude IJssel en verscheidene rechtsgebieden zoals Zevenaar, Groessen, Duiven, Beek;
- het kleine ambtsgebied van Emmerich;
- en het stadsgebied en het rechtsgebied van Hüthum.
In de Lymers waren de Kleefse graven in het bezit geraakt van enige plaatsen, Groessen, (Oud-) Zevenaar en Grondstein, maar het grootste deel was echter Gelders. In de veertiende eeuw ontplooiden de Kleefse graven verwoede pogingen de gehele Lymers in hun macht te krijgen. Het lukte hen in 1355 voor het eerst het gebied in pand te krijgen, maar het duurde tot 1406 voor zij het definitief in handen kregen.
We zijn voor de duidelijkheid dus niet via Peters zoon Peter familie van Maria van de Loo (1803-1873), maar via Peter’s zoon Hendrikus Goossens (1813-1881) en vervolgens diens zoon Hendrikus Goossens (1850-1896), die zou trouwen met Maria Catharina van Well (1859-1926), een kleindochter van Maria van Loo. Maria was via door Johan van den Loe officieel erkende bastaardzoon Bruen van den Loe nageslacht.
In Ottersum een dorpje direct aan de overkant van de Niers, komen we in die tijd nog iemand tegen van de notabele familie Van de de Loo tegen. Ook deze Gerard van de Loo stamt ook af van ambtman ridder Johan van den Loe, uit een oud adellijk geslacht oorspronkelijk uit Westfalen.
Regio, deel 2[bewerken]

Iets meer te westen van Gennep lagen de uitgestrekte zandgronden van de Peel en hier stond voor de grote ontginningen de veeteelt op de voorgrond 25, waarbij in sommige streken, zoals in Venray, de schapenteelt van belang was 26. Dit geeft nog maar eens aan hoe arm dit gebied nog was in 1839. De aansluiting bij Nederland had nog geen merkbare positieve gevolgen gehad. De bedrijven in Noord-Limburg behoorden tot de kleinsten van Nederland 27. Tweederde van de landbouwbedrijven was kleiner dan 5 ha 28.
De dunbevolkte streek is in de 19e eeuw voor handel en nijverheid niet interessant, de bodemgesteldheid (zand, heide, bos) nodigt niet uit tot intensieve landbouw of veeteelt. Uit stadsrekeningen en belastinglijsten blijkt dat Gennep vier of vijf welgestelde families kende en voor de rest uit dagloners en keuterboertjes bestond. Hygiënische toestanden waren erbarmelijk en het onderwijs stond op laag niveau.
Zoals we al eerder bij ‘onze’ familie Goossens in de Kempen hebben gezien, moesten ook in de Peel boeren hun inkomsten uit het landbouwbedrijf vaak aanvullen met inkomsten uit andere werkzaamheden, bijvoorbeeld door als hoefsmid of als wagenmaker te werken. Ook hielden zij soms een herberg of was er sprake van een brouwerij. Er waren ook personen met grondbezit, zoals de adel, die hun grond in kleine kavels aan de boeren verpachtten.
Maria sterft[bewerken]
Op 28 of 30 januari 1825 overleed echtgenote Maria Keukens (45) in het Limburgse Ottersum in het (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden; de omstandigheden van haar overlijden zijn ons onbekend. Wel constateren we dat Peter achterbleef met zes kinderen in de leeftijd van 6 tot 21 jaar. Zelf was hij 48 jaar. Hij is dan ook niet lang weduwnaar gebleven.
Huwelijk 2[bewerken]
Een jaar later, op donderdag 12 januari 1826, trouwde Peter (47) voor de tweede keer ) in Gennep in provincie Limburg, (Verenigd) Koninkrijk der Nederlanden, nu met veel jongere Elisabeth van de Camp (25), geboren op 28 Brum X (19 november 1800) te Appeltern. Landbouwster aan De Looi te Ottersum. In sommige akten ook geschreven als Van de Kamp. Zij was dochter van Hendrik Van De Camp en Helena Reijmer.
Peter en Elisabeth hebben voor hun huwelijk op 29 december 1825 een akte van huwelijkse voorwaarden gepasseerd bij notaris Crommesteijn te Afferden. Nu enkele speculaties van mijn oom Harry Goossens uit zijn Familiekroniek Goossens: “Aanvankelijk bestond de indruk dat Elisabeth van de Camp een inwonende dienstbode was of misschien na het overlijden van de echtgenote huishoudster was in het gezin van Petrus Goossens. In de huwelijksakte van de Burgerlijke Stand, die uitgebreider is dan de aantekeningen in het Kerkelijke Trouwboek, wordt Elisabeth vermeld als landbouwster en wonende bij haar ouders aan De Looij te Ottersum. Toch sluit het een (het officiële document) het andere (de werkelijke situatie) niet uit. Indien Elisabeth van Camp niet na het overlijden van Maria Keuken al in het huishouden van Petrus Goossens actief was, dan heeft mogelijk haar zuster Johanna (Petronella) of de andere zuster Hendrina tijdelijk de zorg op haar genomen.”
Reeds het eerste jaar van hun huwelijk werd een kind geboren, dochter Maria. De ambtenaar heeft bij de geboorteaangifte de moeder niet Elisabeth van Camp, maar Liesbetta van de Kamp genoemd. Waarschijnlijk was haar roepnaam Liesbeth. Twee jaar later wordt zoon Theodorus geboren, maar hij overlijdt anderhalf jaar later. In 1930 wordt wederom een zoon, nu Theodorus Hendrikus, geboren. In totaal had ook in dit huwelijk zeven kinderen.
- viii. Maria Goossens (1826-1921)
- ix. Theodorus Goossens (1828-Overleden)
- x. Theodorus Hendrikus Goossens (1830-1904)
- xi. Hendrikus Goossens (1832-Overleden)
- xii. Hendrina Goossens (1834-Overleden)
- xiii. Joseph Goossens (1837-1911)
- xiv. Elisabeth Goossens (1840-1922)
Tijdens dit huwelijk trouwden de eerste kinderen uit het eerste huwelijk:
- 1830 De oudste dochter Maria
- 1838 Zoon Peter (30) met onze voorouder Maria van de Loo, weduwe van onze voorouder Jacob van Well
- 1841 Johanna met Antonius Arends
- 1846 Hendrikus.
- 1848 Maria Catharina
Van het kinderen uit het tweede huwelijk trouwden:
- 1853 Maria
- 1854 Theodorus Hendrikus
- 1860 Elisabeth
Historie, deel 3: Belgische opstand[bewerken]
De crisis in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden was het gevolg van een algemene weerstand in Europa tegen de autoritaire restauratieregimes van na het Congres van Wenen in 1815. Na de Julirevolutie van 1830 in Frankrijk kwamen ook de Polen in opstand tegen de Russen, de Italianen tegen de Oostenrijkers en de Ieren tegen de Engelsen en dus ook de Belgen tegen de Nederlanders.
En Willem I had, zoals alle Europese leiders van na 1815, een autoritaire regeerstijl. Zo voortvarend als hij de economie vooral ook in de Zuidelijke Nederlanden stimuleerde, zo conservatief was zijn politiek. Het katholieke zuiden voelde zich ondervertegenwoordigd in het bestuur en de legerleiding, hoewel ze een groter deel van de bevolking en het leger uitmaakten. Het besluit dat het Nederlands langzamerhand als ambtstaal in heel Nederland moest worden viel ook niet goed.
Belgische tijd[bewerken]
Peter heeft dus niet lang in het (Verenigde) Koninkrijk der Nederlanden gewoond, want na de de Belgische Revolutie in 1830 werden Gennep en Ottersum de meest noordelijke gemeenten van het nieuwe Koninkrijk België. Limburg met uitzondering van Maastricht en St. Pieter had zich namelijk aangesloten bij de Belgische Revolutie. Inwoners, ook uit Noord-Limburg, hebben nog als Belgische soldaten meegestreden tegen de Noordelijke Nederlanden in de Tiendaagse veldtocht (2-12 augustus 1831).
Historie, deel 4: Hertogdom Limburg[bewerken]
Het hertogdom Limburg lid van de Duitse Bond en provincie van Nederlands (1839-1867)
Met de Belgische opstand viel het Verenigd Koninkrijk feitelijk uiteen. Echter, de Heilige Alliantie, een bondgenootschap van Rusland, Oostenrijk en Pruisen, wilde niet dat een op Frankrijk geörienteerd België rechtstreeks aan Pruisen zou gaan grenzen. Er moest een bufferzone komen.
In 1839 werd daarom niet alleen besloten het Verenigd Koninkrijk in twee afzonderlijke koninkrijken op te delen, maar ook om provincie Limburg in een westelijk en een oostelijk deel en verder ook groothertogdom Luxemburg in een westelijk en een oostelijk deel op te delen. Het Franstalige gedeelte van Luxemburg werd aan België toegevoegd en het Duitstalige gedeelte ging een personele unie met Nederland vormen. Het stond Willem I vrij om in zijn hoedanigheid van groothertog van Luxemburg over Limburg te beschikken, of als koning van Nederland deze toe te voegen aan ‘Holland’ 81.
Het Duitstalige gedeelte van Luxemburg zou tevens deel blijven uitmaken van de Duitse Bond. Deze bond was door het Wener Congres in 1815 in het leven geroepen, als een volkenrechtelijke vereniging van Duitse soevereine vorsten en vrije steden, met als doel het bewaren van de vrede en veiligheid, zowel in het geval van buitenlandse als in binnenlandse agressie 82. De Nederlandse koning Willem I was als groothertog van Luxemburg lid van de Duitse Bond. Door de afscheiding van het Waalse deel van Luxemburg aan België was dit gebied verloren gegaan voor de Duitse Bond. Volgens de principes van het Wener Congres moest de bond hiervoor worden gecompenseerd. Daarom werd besloten dat de nieuw gevormde Nederlandse provincie Limburg – met uitzondering van de vestingen Maastricht en Venlo – als hertogdom lid zou worden van de Duitse Bond.
Nederlands Limburg had nu te maken met niet alleen de Nederlandse wetgeving, maar ook die van de Duitse Bond, waarbij in principe de Bondswetgeving diende te prevaleren boven de Nederlandse wetgeving.
Deze dubbele positie van Limburg – Nederlandse provincie en als hertogdom lid van de Duitse Bond – zou nadien leiden tot constitutionele en diplomatieke problemen (‘Limburgse kwestie’) van een vergelijkbaar kaliber als de problemen die zich ook ten aanzien van Luxemburg zouden voordoen (‘Luxemburgse kwestie’). Daarnaast zou het lidmaatschap van Limburg van de Duitse Bond voeding geven aan het Limburgse separatisme in de periode 1840-1849 en een belemmering vormen voor de integratie van de provincie Limburg in het koninkrijk der Nederlanden.

In 1839 legde de koning zich eindelijk neer bij de Belgische onafhankelijkheid. Na zo’n acht en een half jaar werd in de conferentie te Londen een verdrag (‘traktaat’) gesloten. Het Verdrag van Londen van 19 april 1839, betekende de definitieve internationale erkenning van de Belgische onafhankelijkheid.
Maar voor familie Goossens in Gennep betekende het dat ze weer van nationaliteit veranderden, ze werden weer Nederlander. Limburg werd in tweeën gesplitst, een deel (ongeveer het oude graafschap Loon) waar de Hamontse tak van familie Goossens woonde bleef onderdeel van het nieuwe Koninkrijk België en het oostelijk deel van Limburg werd weer Nederlands. Hierbij werd het Arrondissement Roermond opgedeeld in Nederlands (donkerblauw) en Belgisch (lichtblauw) gebied en werden de twee Nederlandse gemeenten Maastricht en Sint Pieter toegevoegd aan het nu Nederlandse Arrondissement Maastricht (rood), gelegen rechts van de Maas. Per 1 januari 1840 werden beide Nederlandse arrondissementen omgedoopt tot districten, District Roermond en District Maastricht.
Het oostelijk deel van Limburg werd Hertogdom Limburg en kreeg een status vergelijkbaar met een deel van het Groothertogdom Luxemburg: een hertogdom van de Duitse Unie in persoonlijke unie met Nederland.
Hoewel Nederlands Limburg in 1839 onderdeel werd van het Koninkrijk der Nederlanden, mochten Limburgse parlementsleden niet stemmen over de grondwet van 1840. Dit had te maken met de speciale positie van Limburg (met uitzondering van de vestingsteden Maastricht en Venlo) als onderdeel van de Duitse federatie, een staatsfederatie van Duitse staten. Deze status van het Hertogdom Limburg kwam in 1867, een paar jaar na de dood van Peter, tot een einde, nadat de Duitse Liga was ontbonden. Sindsdien is Limburg een gewone provincie van Nederland.
In 1940 trad Willem I af ten gunste van zijn zoon.
En ook na het tweede huwelijk was het niet rustig in de regio en werden er nog belangrijke hoofdstukken toegevoegd aan het geschiedenisboek van Peter. Hieronder puntsgewijs een opsomming van de belangrijkste gebeurtenissen met voorafgaande het jaartal en de leeftijd van Peter tussen haakjes:
- 1830 (53) Belgische Revolutie;
- 1839 (62) Traktaat van Londen;
- 1839 (62) Hertogdom Limburg wordt opgericht;
- 1940 (61) Willem I treed af ten gunste van zijn zoon Willem II
Nederlandse tijd[bewerken]
1839: Separatisten[bewerken]
De wederinbezitneming van Limburg werd door de lokale bevolking met weinig enthousiasme begroet. In de jaren na 1839 heerste er ontevredenheid op velerlei terrein. Het merendeel van de politiek geïnteresseerde Limburgers was vrij progressief. Het ‘unionisme’ van liberalen en katholieken vond er veel aanhang. Die ontevredenheid had diverse oorzaken. Er was sprake van tegenstellingen tussen het overwegend katholieke Limburg en de overwegend protestantse Staat der Nederlanden. Benoemingen van protestanten in overheidsfuncties binnen Limburg stuitten op veel weerstand. Daarnaast klaagde men over de belastingen, die hoger waren dan in de Belgische periode. Met name de hoge accijnzen, die via een hoofdelijke omslag werden geïnd (‘kopgeld’) waren gehaat. Economisch bezien pakten de regelingen van 1839 voor Nederlands Limburg ongunstig uit: de Limburgse landbouw had veel van zijn afzetgebied verloren, en ook de nijverheid had veel te lijden van het verlies van de Belgische markt en de verminderde draagkracht van de bevolking.
De anti-Nederlandse stemming die van dit alles het gevolg was, kwam tot uiting in de oppositie van Limburgse afgevaardigden in de Staten-Generaal en in een beweging die afscheiding tussen Limburg en Nederland nastreefde. Deze separatisten streefden aanvankelijk naar hereniging van Limburg met België. Toen dat niet mogelijk bleek, opteerden zij voor een personele unie van Limburg en Nederland naar Luxemburgs model 86. In het noorden van Limburg zocht men aansluiting bij de Duitse Bond, dit omdat men vroeger deel uitmaakte van de Duitse gebieden, maar ook vanwege fiscale voordelen.
1842: Kadaster[bewerken]
Uit een bezoek van mijn oom Harry Goossens aan het Kadaster van Roermond bleek uit de inventarisstaat van zijn onroerende goed dat Peter een vermogende man was.
In de adminitratie van het Kadaster (1842) staat Peter Gossens met wederom slechts één ‘o’ als landbouwer en eigenaar van perceel 1033 (995 m2) met huis en erf in stad Gennep vermeld 3. In de kadastrale kaart hierboven uit 1921 met rode omlijning aangegeven. Daarnaast lijkt Peter (als er geen andere Peter of Pieter Gossens in Gennep en Ottersum woonde) veel percelen rondom de stad gehad te hebben, zie kaart hieronder met oranje omlijning aangegeven.
Zoon Peter en Maria van Loo verhuizen na het huwelijk van Willem van Well in 1952 met zoon Johannes van Well (uit haar eerste huwelijk) en de kinderen uit haar tweede huwelijk naar Gennep. Het nieuwe adres is Zandstraat 75, niet ver van Peters ouderlijk huis Zandstraat 62. Hier verbleven op dat moment nog zijn Peter Goossens met zijn tweede vrouw Elisabeth van de Camp en hun kinderen uit het tweede huwelijk.
Harry Goossens hypothese (in zijn boek ‘De Familie Goossens’) is, dat Willem van Well, al of niet met de andere kinderen Van Well, het ouderlijke bedrijf in de Looi had overgenomen en Peter Goossens een andere boerderij in Gennep had verworven.
In 1862 waren ook de volgende panden door familie ‘Goossens’ bewoond:
- Zandstraat 62: Elisabeth van de Camp met de nog aanwezige kinderen uit haar huwelijk;
- Zandstraat 75: Petrus Goossens jr. en gezin. Johannes van Well was inmiddels gehuwd met Elisabeth Goossens, een halfzusje van zijn stiefvader en had zich elders gevestigd;
- Tuulakker 144: Hendrikus Theodorus Goossens, de oudste zoon uit het huwelijk van Peter Goossens sr. met Elisabeth van der Camp.
Enkele jaren later waren daar nog:
- Molenstraat 122: Hendrikus Go(os)ens uit 1832
- Molenstraat 124: Joseph Go(os)ens
Hierboven een uitsnede van de kadastrale kaart uit 1821 van Gennep. De prominente (belastingvrije) gebouwen zijn in blauw en de Molenstraat in geel aangegeven. Als de adressen nog overeenkomen met nu, dan lagen de de twee panden aan de Zandweg (met rode stippen aangegeven) tegen over elkaar direct bij de stadspoort (de Zandpoort) en net buiten de vestigingsmuren en lagen de panden in de Molenstraat ook niet ver van die stadspoort, maar nu binnen de vestigingsmuren. De Zandpoort is overigens al begin 19e eeuw weggehaald.
1845: Gennep uit zijn isolement[bewerken]

Gennep heeft altijd al aan de grens gelegen en heeft daarom nooit veel bloei gekend, maar in de eerste helft van de 17e eeuw wordt het helemaal lastig aangezien Gennep in een oorlogszone komt te liggen van de 80-jarige oorlog. Na deze oorlog wordt Gennep weer een rustig stadje. De handelsroutes gaan nog steeds voorbij aan Gennep en er vindt vrijwel geen uitbreiding plaats. Ook toen Gennep in 1815 Nederlands werd veranderde er niet veel 50. Maar door de Belgische periode ontstond er in Holland, nadat het oosten van Limburg weer Nederlands werd, toch de behoefte om Nederlands Limburg sterker in het land te integreren. Een van de projecten die hiervoor moest zorgen, was de aanleg van de rijksweg Nijmegen-Maastricht in 1845. Deze verbinding noord-zuid aan de oostoever van de Maas liep door Gennep en haalde het stadje uit haar grote isolement. Zie hieronder de plantekening uit 1841.
1845: Strenge winter[bewerken]
Anders dan nu, waren de winters in Nederland in die tijd koud en lang. Vooral de winter van 1844/45 was koud. Na een extreem koude december en februari kwam maart 1845 uit op een gemiddelde temperatuur van -2,3 graden tegen 4,6 normaal in die tijd (de normaal tegenwoordig is 6,2 graden). Gemeten bij Amsterdam, dus in Gennep zal het nog wel iets kouder zijn geweest. De maand begon bijzonder koud met negen ijsdagen op rij. Dat is meer dan een normale winter telt tegenwoordig! Daarna werd het iets minder koud en vielen sneeuwbuien. De ergste kou moest nog komen. Tussen 12 en 17 maart bleef het opnieuw vriezen en met op 13 en 14 maart een minimum van zelfs -13,3 graden. Pasen viel in 1845 opvallend vroeg op 23 maart. Het ijs op de meren en rivieren was maar liefst 30 cm dik. Tot eind maart kon nog gemakkelijk over de rivieren worden gereden met paard en wagen.
Overleden[bewerken]
Peter (79) stierf op 16 augustus 1856 in Gennep in Hertogdom Limburg. De oudste zoon, Peter uit De Looij, had de overlijdensaangifte gedaan op het gemeentehuis. Hier is apert een redactiefout gemaakt, want de tweede echtgenote Elisabeth van de Camp was nog niet overleden94.
16-8-1856 Petrus Goossens,
Wedr in eertse huwelijk van Maria Keukens en in tweede huwelijk van Elisabeth van de Kamp, zv. Arnoldus Goossens en Johanna Jansen.
Het begrafenisboek vermeld het volgende.
Augusti decima sexti defunctus est in Domino
Petrus Goossens, natus 11 maji 1777 in Gennep, Conjux Elisbeth van de Kamp,
Sepultus Augusti hoc decima nona solemni pompe fynebri …
Vertaald:
Op de 16e augustus (1856) is in de heer overleden Peter Goossens, geboren te Gennep 11 mei 1777, echtgenoot van Elisabeth van de Kamp alhier de 19e augustus begraven met grote rouwplechtigheid.
Nageslacht[bewerken]
Epiloog[bewerken]

Peter Goossens heeft maar liefst veertien kinderen gekregen, die bijna allemaal de volwassen leeftijd hebben gehaald en dat laatste is best bijzonder voor die tijd. Dit betekent dat hij veel nakomelingen heeft en hiermee genealogisch relevant is; hij is opgenomen in veel stambomen.
Peter was vermogend. Hij had veel grondbezit en veel van zijn kinderen zijn gehuwd met ook welgestelde families met aanzien. Voor onze genealogie is het meest aansprekende voorbeeld het huwelijk van zoon Peter Go(o)ssens met onze voorouder Maria van de Loo (1803-1873), weduwe van de welgestelde en voorouder Jacob van Well (1787-1838). Hun grondbezit was groter dan de oppervlakte stad Gennep. Ik weet niet of Maria van de Loo dit heeft geweten, maar zij was een nazat van een oud adellijk geslacht. Maar bijvoorbeeld ook onze voorouder Hendrikus (Harry) trouwde de welgestelde Geertruij (Trui) Stoffelen, dochter van Hendrik Stoffelen (1775-1845) en Anna Maria Hoenselaers (1776-1833). In de volksmond beter bekent als “Trui van den Heuvel”.
Ook is het bijzonder, dat Peter zonder zijn regio te verlaten in veel verschillende staten heeft gewoond. Hoe heeft hij dit ervaren? Als je boeken en artikelen over die tijd bestudeert, lees je hierover tegenstrijdige verhalen. Er wordt gesproken over separatistische bewegingen, maar ook over een bevolking die het allemaal gelaten over zich heen liet komen.
Veel van deze verhalen gelezen te hebben, kom ik tot de volgende conclusie. Het nieuwe Limburg van Peter heeft nooit bestaan; het was een lappendeken van voordien veel verschillende graafschappen en heerlijkheden en in het uiterste zuiden een heel klein stukje van het historische hertogdom Limburg, dat nu overigens bijna volledig in de provincie Luik ligt. Ieder gebiedje had zo zijn eigen dialect en zijn eigen geschiedenis. Peter zal zich dan ook zeker nooit ‘Limburger’ hebben gevoeld.
Had hij wel een voorkeur voor een bepaalde nationaliteit? De mensen in het uiterste noorden van Limburg hadden al eeuwen aan Hertogdom Kleef toebehoord; waren voornamelijk katholiek en spraken Kleefslands. De Franse revolutionaire bezetter stond een secularisering van de maatschappij voor en voerde het Frans als de officiële taal in. En vervolgens kwamen de calvinistische Hollanders in beeld. Zij bemoeide zich ook al met de katholieke kerk en voerde het Nederlands in als de officiële taal. En toen kwam België. Voor de toenmalige maatstaven een moderne staat, waar bijna iedereen katholiek was de meeste Nederlandstalige dialecten in België uit dezelfde taalfamilie kwamen, duidelijk anders dan de dialecten uit Holland 45. Ik denk dan ook dat Peter de voorkeur gaf aan een aansluiting bij de Duitse Bond, omdat men vroeger deel uitmaakte van de Duitse gebieden en veel familieleden daar nog steeds woonden. Een goede tweede keuze was België. Maar invloed hierop had hij niet en dus zal hij inderdaad de samenvoeging met Nederland over zich heen hebben laten komen.
Biografieën van partner en de kinderen[bewerken]
1. Echtgenote Maria Keukens ()
Maria Keukens is .. geboren in Mook, dochter van Peter Keukens en Maria Adrians.
2. Echtgenote Elisabeth van de Camp (-1868)
Elisabeth van de Camp is in Apeldoorn geboren, dochter van Hendrik Van De Camp en Helena Reijmer. Elisabeth is op 3 december 1868 in Gennep in Hertogdom Limburg overleden 4.
i. Maria (1804-)
ii. Maria Catharina (1806-1807)
Zoon Pierre (na de Franse tijd Peter) Goossens (1808-1885)
Zo als we in hoofdstuk ‘ All in the family’ van de biografie van Maria van Loo hebben gezien is Peter geen directe voorouder van ons, maar wel een zoon van onze voorouders Peter Goossens (1777-1856) en Maria Keukens en vervolgens getrouwd met ook al onze voorouder Maria van de Loo (1803-1873), weduwe van onze voorouder Jacob van Well (1787-1838).
Peter is op 29 augustus 1808 in Gennep in Departement de la Roër geboren en in de Franse geboorteakte als Pierre ingeschreven, maar werd in de omgang Peter genoemd6.
Over zijn jeugd zijn me geen persoonlijke details bekend, maar hij zal net als Maria het nodige hebben meegekregen van de Franse bezetting en de tijd hierna. Voor de tijd met Maria verwijs ik graag naar de biografie van Maria van de Loo.
Als Maria (69) op 12 maart 1873 in Gennep overlijdt , Limburg, Nederland 41 trouwt zoon Johannes Hendrikus kort daarop in op het ouderlijke bedrijf; vader Peter jr. en broer Leonardus blijven er wonen. Leonardus tot zijn huwelijk en vader Peter (77) tot zijn overlijden op 27 juni 1885. Ook zijn vier zonen zouden allen een respectabele leeftijd bereiken, in volgorde van hun geboortedatum 81, 73, 93 en 80 jaar.
iv. Arnold (1810-1847)
v. Zoon en mijn voorouder Henri (na de Franse tijd Hendrikus) Goossens (1813-1881)
Zie voor de biografie van onze voorouder Hendrikus Goossens (1813-1881), zijn pagina.
vi. Johanna (1816-1846)
vii. Maria Catharina(1819-1848)
Maria is vernoemd naar haar eerder gestorven zus.
viii. Dochter Maria Goossens (1826-1921)
ix. Zoon Theodorus Goossens (1828-Overleden)
x. Zoon Theodorus Hendrikus Goossens (1830-1904)
xi. Zoon Hendrikus Goossens (1832-Overleden)
xii. Dochter Hendrina Goossens (1834-Overleden)
xiii. Zoon Joseph Goossens (1837-1911)
xiv. Dochter Elisabeth Goossens (1840-1922)
Bronnen en notities[bewerken]
- Limburg geschied- en oudheidkundig genootschap dr. E. Nuyens 1959, blz. 87
- Limburg geschied- en oudheidkundig genootschap dr. E. Nuyens 1959
- Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen link en afbeelding van pagina uit administratie Kadaster link
- Bevolking - Burgerlijke Stand, overlijdensaangiften
- Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen
- Burgerlijke Stand in Limburg: Gennep, Geboorteakte Goossens, Henri, 15-08-1813, Aktenummer: 21, Aktedatum: 16-08-1813, Geboortedatum: 15-08-1813, Geboorteplaats: Gennep, Toegangsnummer: 12.028 Burgerlijke Stand in Limburg: Gennep, 1796-1942
- Gennep in de 19e eeuw ahv het verhaal van de Gennepse harmonie, Unitas et Fidelitas en zijn oprichter pastoor Theodoor van Alphen link
.21 Maas, T. (2021, 18 januari). Boer uit Kleef gaat viraal met filmpjes in grensoverschrijdend dialect: kunt u dit verstaan? Gelderlander
.25 J.F.R. Philips e.a.., Geschiedenis van de Landbouw in Limburg 1750 – 1914 (Assen 1964) 128
.26 J. Derix e.a., De geschiedenis van de Venraysche schaapscompagnieën, I (Venlo 1982) 7
.27 Jappe Alberts, Geschiedenis, II, 211
.41 Burgerlijke Stand in Limburg, Gennep, archief 12.028, inventarisnummer 25, 13 maart 1873, aktenummer 12 (overlijden Maria van de Loo)
.45 Indeling van de Nederlandse dialecten volgens Jo Daan
.50 Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen
.51 KNMI: De temperatuur op 10 mei 1777 lag rond de 12,0 °C. De wind kwam overheersend uit het noord-oosten. Typering van het weer: zeer betrokken.
.52 1 May 1803 Gemeente: Gennep Toegangsnummer: 12.028 Burgerlijke Stand in Limburg: Gennep, 1796-1942 Inventarisnummer: 2 Aktenummer: 7 Huwelijksdatum: 01-05-1803 Organisatie: Regionaal Historisch Centrum Limburg (RHCL)
.53 Feit 2769940 van Archief voor Erfgoed van Zuid-Nederlandse Eigendommen en Leefgemeenschappen
.54 Familiekroniek Harry Goossens, blz. 121
.55 Familiekroniek Harry Goossens, blz. 122
.56 Van der Horst, J. M., Van Leuvensteijn, J. A., Pijnenburg, W., & Van den Toorn, M. C. (1997). Geschiedenis van de Nederlandse taal. Amsterdam University Pres
.57 VPRO Het Spoor Terug: ’t Is plicht dat ied’re jongen 1: In het leger van Napoleon link
.60 Limburg provincies zonder grens (1989) 3 (Verbeet)
.67 Limburg provincies zonder grens (1989) 15 (Verbeet)
.81 De tekst van het ook wel als het Verdrag van de 24 Artikelen aangeduide tractaat, alsmede de daartoe behorende akten van ratificatie, is afgedrukt in het Officieel Blad voor Limburg, dl. 1 p. 9-31.
.82 G. Neusser, s.v. Deutscher Bund, in: A. Erler, E. Kaufmann, Handwörterbuch zur deutschen Rechtsgeschichte, Bd. I, kol. 687-698; over de verhouding van Nederland tot de Duitse Bond, zie: J.C Boogman, Nederland en de Duitse Bond 1815-1851, Groningen/Djakarta: Wolters 1955, 2 dln; ten aanzien van de verhouding van Limburg tot de Duitse Bond, zie: M.G. Spiertz, ‘Nederland uit de Duitse Bond’, in: PSHAL 102 (1966), p. 11-29.
.91 Van de auteur Richard Goossens link
.92 Wikipedia pagina: Lijst van benamingen voor generaties link
.93 Website “Gennep toen”, pagina “ Het Gennepse stadhuis” link
.94 Gennep, Genlias overlijden; Inventarisnummer 24; Aktenummer 16 link